Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 12503] Dienst/afdeling: JZ Beoordeling. De zienswijze van de heer Vos wordt voor kennisgeving aangenomen. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar de beoordeling van de zienswijze van de heer en mevrouw Mathijssen, namens hen ingediend door Rijppaert Peeters, Postbus 4068, 4900 CB Oosterhout (nr. 44 van de zienswijzen). C. Deryckere Management Advies, Bredaseweg 9, 4861 AE Chaam, namens G. Rutten, Overveldsestraat 24, 4841 KX Breda. Inhoud zienswijze. In het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied" van de voormalige gemeente Prinsenbeek heeft het perceel van de heer Rutten een bestemming "Agrarisch bouwblok". In het voorliggende bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming "woondoeleinden" gekregen. De heer Rutten is van mening, dat hierdoor iedere mogelijkheid van bedrijvigheid op het perceel wordt uitgesloten. Sinds 1 januari 1996 heeft de heer Rutten op het perceel een veehandel in vee en in vers vlees. Het betreft een extensieve veehouderij. De dieren worden in het slachthuis geslacht, uitgebeend en in grootverpakking verkocht. Dit gebeurt onder vigeur van de Integrale Keten Beheersing. Het vlees wordt op de markt gebracht middels teleshopping. Het diepgevroren vlees wordt na bestelling bij de klanten thuisbezorgd. Daarnaast is de heer Rutten werkzaam als zelfstandig ambulant loonslager. Als tijdelijke aanvulling op het inkomen heeft de heer Rutten een partyservice. Dit geschiedt in agentschap. Dit houdt in dat de schotels kant en klaar bij de groothandel worden ingekocht en vanaf het inkoopadres naar de klant worden gebracht. Voor de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan heeft de heer Rutten een bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een schuilgelegenheid voor dieren. De heer Rutten verzoekt het ontwerpbestemmingsplan zodanig aan te passen, dat hij genoemde activiteiten binnen het bestemmingsplan kan uitvoeren. Als hoofdbestemming zou het perceel de bestemming kunnen krijgen van "ambachtelijke extensieve veehouderij en handel in vee en vlees", met als nevenbestemming "agentschap voor partyservice". Beoordeling zienswijze. Uit het feit dat de heer Rutten een schuilgelegenheid dient te bouwen ten behoeve van de huisvesting van het door hem vet te mesten vee, kan worden afgeleid dat de accommodatie aan de Overveldsestraat 24 niet geschikt is voor de door hem uit te voeren activiteiten met betrekking tot de handel in vee en vers vlees. In de afgelopen winterperiode zijn de dieren gehuisvest in zee containers, die naar aanleiding van een aanschrijving bestuursdwang inmiddels zijn verwijderd. De heer Rutten is ambulant loonslager en geen agrariër Hij koopt vee en mest het vee vet. Vervolgens wordt het vee op een andere locatie geslacht. Deze activiteiten rechtvaardigen naar onze mening niet de handhaving van de bestemming "agrarisch bouwvlak". Wij zijn het niet eens met de stelling van de heer Rutten, dat de bestemming "woondoeleinden" alle vormen van bedrijvigheid uitsluit. Toegestaan zijn immers die vormen van beroepsuitoefening die in een woning uitgeoefend kunnen worden, de zogenaamde aan huis gebonden beroepen. Hieronder moet worden verstaan: het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen gebied. Het zal duidelijk zijn, dat de door de heer Rutten uitgeoefende bedrijfsactiviteiten niet hieronder gebracht kunnen worden. De gemeente Breda beschouwt het perceel aan de Overveldsestraat 24 als een vrijgekomen agrarische bedrijfslocatie in een bebouwingsconcentratie. In het Streekplan 1992 is het volgende verwoord ten aanzien van het planologisch beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bedrijfslocaties. Ter bescherming van landschappelijke waarden moet verdere verstening worden tegengegaan. Verdere verstening kan worden voorkomen door in plaats van nieuwvestiging van agrarische bedrijven zoveel mogelijk gebruik te maken van vrijkomende agrarische bedrijfslocaties. Uit het Streekplan 1992 en de partiele herziening van het Streekplan kan worden afgeleid, dat een functiewijziging nooit zal mogen -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 735