Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 12503]
Dienst/afdeling: JZ
open landschap biedt dan ook een fraai uitzicht op de natuur- en bosgebieden in het
aangrenzende overgangsgebied. Doelstelling van het beleid is deze relatieve openheid te
behouden. Gelet op dit beleid is er voor gekozen om de in het vigerende bestemmingsplan
"Buitengebied" (Prinsenbeek) gehanteerde bestemming "Landschappelijk waardevol agrarisch
gebied" te handhaven. In het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" heeft het gebied
de soortgelijke bestemming "Agrarisch Gebied met Landschappelijke Waarden gekregen". De
gemeente Breda hecht een groter maatschappelijk belang aan het ruimtelijk beleid dat voorziet
in handhaving van de landschappelijke openheid ter plaatse, dan in het maatschappelijk belang
dat gemoeid zou zijn met honorering van het verzoek van mevrouw Beekers-Wildhagen.
De zienswijze van mevrouw Beekers-Wildhagen, ingediend door ZLTO, beoordelen wij als
ongegrond.
26. Dorpsraad, Postbus 130, 4840 AC Prinsenbeek.
Inhoud zienswijze.
De dorpsraad is van mening, dat de agrarische sector elke mogelijkheid tot een verantwoorde
ontwikkeling wordt ontnomen, zodanig dat niet meer gesproken kan worden van een normale
overlevingskans. Volledig wordt voorbijgegaan aan de belangen van de agrarische sector.
Volgens de Nota Glastuinbouw is Prinsenbeek aangewezen als vestigingsgebied voor
glastuinbouw. De inkrimping van de gebieden waar glastuinbouw nog mogelijk is, heeft een
dermate geringe omvang dat eigenlijk niet meer gesproken kan worden van een
vestigingsgebied voor de glastuinbouw. Zo is onder meer het gebied aan de westzijde van de
Zanddreef en tussen de Strijpenseweg en de Hooglaarsestraat komen te vervallen als
vestigingsgebied voor de glastuinbouw. Overleg met de verschillende belangengroeperingen zal
alsnog plaats moeten vinden.
Beoordeling zienswijze.
Wij zijn het niet met de dorpsraad eens, dat "voor de agrarische sector alleen nog een
sterfhuisconstructie overblijft". Het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek" biedt immers
grotere mogelijkheden tot vergroting van agrarische bouwvlakken dan het vigerende
bestemmingsplan doet. Voor wat betreft de nieuwvestiging en omschakeling van agrarische
bedrijven is uitvoering gegeven aan het provinciaal beleid. Het restrictieve beleid, dat de
gemeente voorstaat, wordt door de Provinciale Planologische Commissie (PPC) onderschreven.
De gemeente Breda moet bovendien gevolg geven aan de opmerkingen die de PPC heeft
gemaakt bij de beoordeling van het voorontwerp van bestemmingsplan "Buitengebied
Prinsenbeek". De PPC heeft er op gewezen, dat binnen de stadsregio met betrekking tot het
agrarisch vestigingsbeleid bijzondere regels gelden voor wat betreft de vollegrondsgroenteteelt
en de glastuinbouw. Nieuwvestiging van en omschakeling naar glastuinbouwbedrijven binnen
de stadsregio is in strijd met het uitwerkingsplan stadsregio Breda. Binnen de stadsregio ligt het
primaat bij de stedelijke functies. In deze gebieden moet geopteerd worden voor een autonome
ontwikkeling/verdere ontwikkeling van bestaande vollegronds-groenteteeltbedrijven. De
gemeente Breda moet deze opmerkingen van de PPC honoreren op straffe van onthouding van
goedkeuring aan (delen van) het bestemmingsplan. Wij kunnen overigens met dit beleid
volledig instemmen.
De Nota Glastuinbouw (augustus 1999) bevat voorstellen voor een vestigingsbeleid voor
glastuinbouw, waarmee aan de sector ontwikkelingskansen worden geboden en de kwaliteit
van het landelijk gebied behouden blijft. De ruimtelijke afweging van de maximale
bouwblokgrootte voor glastuinbouw moet echter op gemeentelijk bestuursniveau plaatsvinden.
Het gaat immers ook over beleidsvelden als milieu, water, energie, natuur en landschap. De
ruimtelijke invalshoek staat daarbij centraal. Delen van het buitengebied van Prinsenbeek, met
name het oostelijke gedeelte van het centrale zandgebied is dichtbebouwd: agrarische bedrijven
en burgerwoningen. Er blijft slechts een beperkt gedeelte onbebouwd gebied over waar tevens
nog sprake is van een landschappelijke openheid. Wij hechten meer waarde aan het behoud van
de landschappelijke openheid aan met name de westelijke zijde van de Zanddreef en het gebied
tussen de Strijpenseweg en de Hooglaarsestraat, dan aan nieuwe vestigingsmogelijkheden voor
-26-