Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 12503]
Dienst/afdeling: JZ
gekozen om een soortgelijke bestemming te handhaven gelet op de handhaving van de
landschappelijke openheid ter plaatse.
Het agrarisch bouwvlak van de heer Bastiaansen is aangepast aan de feitelijke gebouwde
voorzieningen die thans aanwezig zijn bij zijn bedrijf.
Voor het vergroten en veranderen van de vorm van het agrarisch bouwvlak is in het
bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Aangetoond moet worden door de
aanvrager, dat de uitbreiding van het bouwvlak noodzakelijk is om de continuïteit van het
bedrijf voor langere tijd te waarborgen. Dit zal aangetoond moeten worden aan de hand van
een concreet en uitgewerkt bedrijfsplan. Dit bedrijfsplan zal voorgelegd worden voor advies aan
de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB). Pas na een positief advies van de AAB
kan de wijzigingsprocedure opgestart worden. De heer Bastiaansen zal dus een concreet
bedrijfsplan moeten overleggen alvorens het agrarisch bouwvlak vergroot zal kunnen worden
tot 1,5 ha.
In het kader van het landschapsbeleidsplan, zal zodra dit plan bestuurlijk is geaccordeerd,
uitvoering gegeven worden aan beleid om te komen tot de aanplant van nieuwe
erfbeplantingen. Nieuw aangelegd groen in de vorm van erfbeplantingen is in principe "vrij
groen". Dat wil zeggen dat er, gekoppeld aan gesubsidieerde aanleg, wel een instandhoudings-
en onderhoudsplicht bestaat, maar dat bij bedrijfsontwikkeling (nieuwbouw) de betreffende
beplanting verwijderd kan worden en dus niet onderhevig is aan een handhavingsregime
volgens het bestemmingsplan of de Algemene Plaatselijke Verordening.
De zienswijze van de heer Bastiaansen is deels gegrond, deels ongegrond.
33. ZLTO, Postbus 94, 5450 AB Mill, namens J. de Craen, Strijpenseweg 13a, 4841 KZ
Prinsenbeek.
Inhoud zienswijze.
De heer De Craen exploiteert een vollegrondsgroenteteeltbedrijf aan de Strijpenseweg te
Prinsenbeek.
Het bedrijf van de heer De Craen is gelegen in het gebied van de stadsregio, omschakeling naar
glastuinbouw is dus niet mogelijk. Bovendien worden beperkingen gesteld aan het gebruik van
teeltondersteunende voorzieningen. Verzocht wordt om een agrarisch bouwvlak met de
aanduiding "glastuinbouw", zodat het bedrijf toekomstperspectief kan behouden. De adviseur
van de heer De Craen onderbouwt het verzoek door te verwijzen naar het Uitwerkingsplan
Stadsgewest Breda.
De heer De Craen verzoekt daarnaast om vergroting van het bouwvlak. Hij maakt bezwaar
tegen de maximale maat van het bouwvlak van 1 ha en de in de voorschriften opgenomen
continuiteitstoets. De heer De Craen acht een dergelijke zware toets oneigenlijk gezien de
ligging binnen het primaire agrarische gebied.
Tegen de wijzigingsbevoegdheid gericht op de ontwikkeling van de zogenaamde "Groene
Schakel" maakt de heer De Craen bezwaar. De gronden van het bedrijf van de heer De Craen
zijn immers gelegen tegen gronden waarop de wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van de
aanleg van landschapselementen van toepassing is. De heer De Craen vreest negatieve effecten
(schaduwwerking et cetera); de aanleg van landschapselementen zal in de toekomst leiden tot
beperkingen en belemmeringen. Er is sprake van een inconsistentie van ruimtelijk beleid: aan de
ene kant is er sprake van de wens tot handhaving van de landschappelijke openheid en aan de
andere kant wordt gepleit voor de aanleg van landschapselementen. Er ontbreken in de
wijzigingsbevoegdheid objectieve criteria die aangeven onder welke voorwaarden het
bestemmingsplan gewijzigd mag worden. Ook is niet voorzien in een adequate schaderegeling.
Beoordeling zienswijze.
De gemeente Breda heeft voldaan aan de opmerkingen die de Provinciale Planologische
Commissie (PPC) heeft gemaakt ten aanzien van het voorontwerp van bestemmingsplan
"Buitengebied Prinsenbeek". De PPC heeft de gemeente Breda er op gewezen, dat binnen de
stadsregio met betrekking tot het agrarische vestigingsbeleid bijzondere regels gelden met
name voor wat betreft de vollegrondsgroenteteelt en de glastuinbouw. Nieuwvestiging van en
-30-