Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 12503]
Dienst/afdeling: JZ
De heer en mevrouw Verwijmeren verzoeken een wijzigingsbevoegdheid op te nemen in de
voorschriften om gefaseerd te kunnen omschakelen naar glastuinbouwbedrijf. Plastic tunnels
moeten vervangen kunnen worden door glasopstanden.
Gebiedsaanduiding landschappelijke waarden.
In het Uitwerkingsplan Stadsregio Breda is het gebied waarin het bedrijf van de heer en
mevrouw Verwijmeren ligt, aangeduid als glastuinbouwgebied en vollegrondsteelt. Gelet op de
reeds aanwezige glastuinbouwbedrijven en het ontbreken van landschappelijke waarden dient
het gebied de bestemming "Agrarisch Gebied" te krijgen.
Beoordeling zienswijze.
De maatschap heeft de bedrijfslocatie Strijpenseweg 8 een "Agrarisch bouwvlak A" toegekend
gekregen. Vanwege de ligging van het bedrijf in landschappelijk waardevol agrarisch gebied zijn
de contouren vast begrensd op de plankaart. De in het plan als zodanig opgenomen
bouwvlakken hebben een zodanige grootte gekregen dat recht is gedaan aan de bestaande
situatie en ook is rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen in de agrarische sector
gedurende de planperiode. Een "Agrarisch bouwvlak A" van een vollegrondsgroenteteeltbedrijf
mag via een in de voorschriften opgenomen wijzigingsbevoegdheid vergroot worden tot 1,5 ha.
De uitbreiding van het bouwvlak moet noodzakelijk zijn om de continuïteit van het bedrijf voor
langere tijd te waarborgen. De continuïteitstoets zal plaatsvinden aan de hand van een door de
aanvrager ingediend bedrijfsplan en bouwplan. Het bedrijfsplan zal getoetst worden door de
Adviescommissie Agrarische bouwaanvragen en moeten leiden tot een positief advies. De
uitbreiding van het bouwvlak mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de
aanwezige landschappelijke en/ of natuurwetenschappelijke waarden. Om de
uitbreidingsplannen te kunnen toetsen zal het bedrijf een concreet bedrijfs- en bouwplan
moeten overleggen.
Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
De Provinciale Planologische Commissie heeft in het advies d.d. 29 augustus 1999 geoordeeld,
dat het oprichten van tijdelijke of permanente teeltondersteunende kassen boven een
oppervlakte van 1.000 m2 aan een vrijstelling gebonden diende te worden. De gemeente Breda
heeft deze opmerking gehonoreerd op straffe van onthouding van goedkeuring aan delen van
het bestemmingsplan "Buitengebied Prinsenbeek".
Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
Uit de zienswijze van de heer en mevrouw Verwijmeren kan afgeleid worden, dat zij thans een
vollegrondstuinbouwbedrijf exploiteren. De redenering, dat thans sprake zou zijn van een
glastuin-bouwbedrijf kunnen wij niet volgen. Naar onze mening exploiteren de heer en
mevrouw Verwijmeren een vollegrondstuinbouwbedrijf. Hieronder wordt verstaan een agrarisch
bedrijf dat gericht is op het telen van gewassen op de open grond. Het feit, dat het bedrijf
daarbij gebruik maakt van een oppervlakte plastic tunnels maakt het bedrijf nog niet tot een
glastuinbouwbedrijf. Plastic tunnels zijn een vorm van teeltondersteunende voorzieningen.
Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
In het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied" (Prinsenbeek) is het bedrijf en de huiskavel
van de heer en mevrouw Verwijmeren gelegen op gronden met de bestemming
"Landschappelijk waardevol agrarisch gebied". In het voorliggende bestemmingsplan
"Buitengebied Prinsenbeek" is ervoor gekozen om een soortgelijke bestemming te handhaven
gelet op de handhaving van de landschappelijke openheid ter plaatse. Dit is ook de reden
waarom er geen wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor de omscha-keling naar een
glastuinbouwbedrijf. De ruimtelijke uitstraling van een glastuinbouwbedrijf met kassen is
immers anders dan die van een vollegrondstuinbouwbedrijf met tunnels.
Dit onderdeel van de zienswijze van de heer en mevrouw Verwijmeren is ongegrond.
-41-