Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 12962] Dienst/afdeling: JZ Het pand van verzoeker is gelegen in het bestemmingsplan "Woongebied". Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Prinsenbeek vastgesteld op 19 december 1985 en goedgekeurd op 13 maart 1987. Direct ten zuiden van het pand van belanghebbende, waar thans het bestemmingsplan 'Hoek Velsgoed-Heikantsestraat" vigeert, hadden de gronden ingevolge het bestemmingsplan "Woongebied" de bestemming Tuincentrum A (t)". De als zodanig bestemde gronden waren bestemd voor "het voortbrengen van sierteeltgewassen en de verkoop van die gewassen alsmede van grondstoffen, materialen en gereedschappen voor de aanleg en onderhoud van tuinen". Ten dienste van deze bestemming mochten gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, zulks onder een aantal voorwaarden, waarvan de belangrijkste luidden: gebouwen mochten alleen binnen het bebouwingsvlak worden opgericht; goothoogte van de bedrijfsgebouwen, geen woningen zijnde, maximaal 4,5 meter; bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, geen woningen zijnde, maximaal 8,5 meter; er mocht 1 dienstwoning worden opgericht met een goothoogte/ bouwhoogte van maximaal 4,5 respectievelijk 8,5 meter; burgemeester en wethouders hadden een algemene vrijstellingsbevoegdheid ten behoeve van het afwijken van de voorgeschreven maatvoering tot ten hoogste 10 De bebouwingsgrens was gelegen op 5 meter uit de noordelijke bestemmingsgrens, welke bestemmingsgrens samenviel met de voormalige zuidelijke perceelsgrens van het pand van verzoeker. Op dit moment geldt in het voorheen tot "Tuincentrum A (t)" bestemde gebied het bestemmingsplan "Hoek Velsgoed - Heikantsestraat". Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Prinsenbeek vastgesteld op 26 september 1996 en goedgekeurd op 7 februari 1997. Het bestemmingsplan heeft onherroepelijke rechtskracht. Direct ten zuiden van het pand van verzoeker geldt thans de bestemming "Woondoeleinden Wb2" (vrijstaande eengezinswoningen). Deze eengezinswoningen mogen een goothoogte hebben van maximaal 4,5 meter en dienen te worden opgericht op een bouwperceel met een minimale breedte van 20 meter. Elk bouwperceel mag tot 50 worden bebouwd tot een maximum van 300 m2. De door verzoeker aangekochte strook grond ten zuiden van zijn woning heeft deels de bestemming "tuin en erven Wa3" en deels de bestemming "Woondoeleinden Wb2" gekregen. Op grond van het oude bestemmingsplan kon verzoeker op een afstand van 7 meter van diens woning geconfronteerd worden met de oprichting van een in principe gesloten bebouwingsfront ten behoeve van een tuincentrum tot een bouwhoogte van 9,35 meter (8,50 meter 10 middels binnenplanse vrijstelling). De gronden gelegen tussen de bebouwingsgrens en de (voormalige) perceelsgrens van belanghebbende konden worden gebruikt ten behoeve van functies zoals opslag, parkeren, ontsluiting et cetera. Van een ongestoord vrij uitzicht was derhalve, althans in planologisch opzicht, absoluut geen sprake. Het bestemmingsplan "Woongebied" maakte de oprichting van een tuincentrum mogelijk. Dit betekent dat direct ten zuiden van het pand van verzoeker een intensief gebruik van de gronden ten behoeve van detailhandel in sierteeltgewassen, gereedschappen en materialen et cetera mogelijk was. Van dit gebruik ging in potentie een ruimtelijk nadelige invloed uit op de directe omgeving, en dus ook op het pand van verzoeker. De exploitatie van een tuincentrum gaat immers gepaard met geluidsoverlast en verlies van privacy als gevolg van aankomende, verblijvende en vertrekkende klanten, bevoorradingsverkeer, personeel et cetera. Het bestemmingsplan "Woongebied" maakte bovendien de realisering van een dienstwoning direct ten zuiden van het pand van verzoeker planologisch-juridisch mogelijk. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 790