m Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 11130] Dienst/afdeling: SBB Het tevoren vastgestelde gunningscriterium van "economisch meest gunstige aanbieding" is, op volgorde van belangrijkheid, opgebouwd uit een vijftal afwegingsfactoren: de prijs kwaliteit technische waarde uitvoeringstermijn service en technische bijstand na realisatie Het betreft hier factoren die achtereenvolgens van toepassing zijn bij gelijkblijvende aanbiedingen, waarbij de voorgaande wegingsfactor niet of onvoldoende bepalend voor de keus zou zijn. In dit geval zijn de kwaliteit van de betreffende aannemer alsmede de service en technische bijstand na realisatie reeds getoetst in de voorafgaande selectieronde binnen deze aanbestedingsprocedure. De technische waarde (van het aangeboden werk) en de uitvoeringstermijn zijn grotendeels vastgelegd in het bestek. Deze afwegingsfactoren zijn uitsluitend bedoeld om, bij gelijkblijvende aanbiedingen, als scherpstelling van argumentatie te kunnen fungeren. In de onderhavige aanbesteding bleek de voorlaagste aanbieder zodanig dicht tegen de prijsstelling van de laagste aanbieder te zitten, dat besloten is om van beide aanbieders de begroting op te vragen, teneinde een vergelijking van met name de verrekenbare prijzen te kunnen maken. Hieruit is gebleken dat de prijsstelling van eenheidsprijzen en verrekenbare prijzen van beide aanbieders nagenoeg gelijk was. Dit onderzoek is door de adviseur in dezen, Basalt Bouwadvies, uitgevoerd, waarbij bovendien de aanbiedingen op volledigheid en duidelijkheid zijn getoetst. Het advies van deze adviseur luidde dan ook dat uit prijstechnisch oogpunt de laagste inschrijver inderdaad als de economisch meest gunstige aanbieding is te beschouwen. Vervolgens is deze aanbieder op 6 januari jl. voor een gesprek uitgenodigd, waarin nogmaals de gehele begroting van deze aannemer getoetst is op volledigheid. Ook hieruit bleek dat deze aannemer een volledige en geldige aanbieding heeft gedaan en dat hij goed op de hoogte was van de inhoud van bestek en tekeningen. Eijkelenburg Dura Bouw B.V. is tot nu toe nog niet actief op het Chasséterrein. Dit vergt mogelijk extra coördinatie-inspanningen van de gemeente. Dit argument is niet betrokken in de voorgestelde keuze. Het is immers nauwelijks objectief vertaalbaar in een financieel nadeel. Verder is vooraf dit aspect niet genoemd als afwegingsfactor. Wij concluderen dat het werk gegund moet worden aan de laagste inschrijver zijnde Eijkelenburg Dura Bouw B.V. Overige bouwkosten: Het aanbestedingsresultaat van afgerond 27,5 miljoen betreft de bouwkosten van de hoofdaannemer. Om de totale bouwkosten in beeld te brengen dienen hierbij de afwerkingskosten van de garage (zoals de inbouw van parkeerapparaatuur, video- en audioinstallatie en toegangsbeveiliging) opgeteld te worden. Deze kosten zijn buiten het bestek gehouden vanwege het uiterst specialistische karakter van deze investeringen. Bij vergelijkbare werken is gebleken dat het voordeliger en kwalitatief beter is om deze aanvullende investeringen rechtstreeks via de opdrachtgever als zogenaamde "directieopdracht" uitte voeren. Deze aanvullende opdrachten vergen een investeringsruimte van 2,0 miljoen, waarmee de totale bouwsom op 29,5 miljoen komt. Reeds eerder werd door uw raad het voorbereidingskrediet van 2 miljoen gevoteerd, waaruit de kosten van ontwerp, advisering en leges betaald worden. Daarnaast is met het Grondbedrijf een grondprijs overeengekomen van 2.428.700,00. (afgerond voor de opzet naar 2,5 miljoen) -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 80