c. prostitutiebedrijven zullen niet naast winkels worden toegestaan; d. prostitutiebedrijven dienen onderling een afstand van 300 meter hemelsbreed te hebben teneinde een zeker concentratie te voorkomen; e. binnen de singels mogen maximaal 5 prostitutiebedrijven worden geëxploiteerd. In het Bestemmingsplan Binnenstad is opgenomen, dat er geen bordelen in de binnenstad mogen worden gevestigd op één uitzondering na, waarvan het college de exploitant heeft medegedeeld, dat de ligging van het bedrijf akkoord was. Indien er toch een verzoek voor de binnenstad wordt ingediend, dan zal eerst worden bezien of er geen strijd is met bovengenoemde vestigingscriteria. Indien dit het geval is, dan kan een partiële planherzieningsprocedure in werking worden gesteld. De exploitant mag niet eerder openen dan op het moment dat de herzieningsprocedure voor de exploitant positief is afgerond. In de andere bestemmingsplannen is geen expliciet verbod op de aanwezigheid van seksinrichtingen opgenomen. Toch heeft het college op basis van de vigerende bestemmingsplannen prostitutiebedrijven in het buitengebied en op bedrijventerreinen geweerd. Het college is van mening dat vestiging van een prostitutiebedrijf vanwege uitstraling en verkeersaantrekkende werking vergelijkbaar is met een horeca bedrijf, hetgeen het landschappelijke karakter van het buitengebied aantast. Het horecabeleidsplan staat vestiging van horeca in het buitengebied niet toe. Voor de bedrijventerreinen geldt dat één horecabedrijf per bedrijventerrein is toegestaan, mits dit ondersteunend is voor het betreffende terrein. Dit is bij prostitutie niet het geval. Overigens worden enkele bestaande prostitutiebedrijven aan de rand van oudere bedrijventerreintjes gedoogd. Het huidige instrumentarium bood het gemeentebestuur voldoende mogelijkheden de "seksbranche" actief te reguleren. Het oorspronkelijke aantal van meer dan 20 prostitutiebedrijven eind jaren '80 werd teruggebracht naar 10. Het gemeentelijk prostitutiebeleid werd in diverse rechterlijke uitspraken gesanctioneerd. De prostitutiebedrijven werden regelmatig door politie en gemeente gecontroleerd. Omtrent de uitvoering van het prostitutiebeleid worden in de lokale werkgroep prostitutiebeleid, waarin gemeente, politie en GGD vertegenwoordigd zijn, afspraken gemaakt. Thans voldoen 4 van de 7 prostitutiebedrijven aan genoemde locatievoorschriften. De overige bedrijven vallen onder de overgangsregeling, hetgeen wil zeggen dat zij op hun huidige locatie worden gedoogd, totdat een andere exploitant de zaak overneemt. Een overzicht van de huidige prostitutiebedrijven met de vermelding of aan de locatie- of vestigingseisen wordt voldaan is opgenomen in de toelichting op de beleidsregeling (bijlage 4). De locatie- en vestigingsvoorschriften zijn in een aantal recente uitspraken van de bestuursrechter getoetst en akkoord bevonden. Indien in een seksinrichting alcoholhoudende drank wordt geschonken, is een Drank- en Horecavergunning vereist, in dat geval wordt getoetst aan het besluit inrichtingseisen en wordt geëist dat de bedrijfsleider en beheerder niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mogen zijn; daarbij wordt tevens getoetst aan de Amvb eisen zedelijk gedrag. De huidige seksinrichtingen vallen binnen de werkingssfeer van het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer. Dit besluit geeft o.a. voorschriften ter beperking van geluidhinder. Op basis hiervan is voor genoemde inrichtingen geen aparte milieuvergunning nodig, maar zijn zij verplicht een melding ingevolge het Besluit in te dienen bij de gemeente. De bedrijven moeten voldoen aan de milieuvoorschriften van het Besluit. Op dit moment worden seksinrichtingen gecontroleerd als er structurele klachten van omwonenden zijn over (het in het Besluit genoemde) milieuaspecten, op verzoek van andere toezichthoudende (overheids-)instanties of als er anderszins aanwijzingen zijn dat het milieu in het gedrang komt. 5

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 835