C. Het voorkomen van strafbare feiten, eisen te stellen aan de bedrijfsvoering
4.2.2 Escortbedrijven
Aangezien het exploiteren van een prostitutie- of escortbedrijf een verantwoordelijkheid met zich kan
meebrengen ten aanzien van aspecten, die een uitstraling hebben op de openbare orde en/of con
sequenties kunnen hebben voor de positie van de prostituee, dienen omtrent de persoon van de
exploitant bijzondere eisen te worden gesteld.
Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de eisen, die aan beheerders en bedrijfsleiders in artikelen 1 t/m 5
van de Drank- en Horecawet en in het besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet zijn neergelegd.
Dit heeft als voordeel dat voor seksinrichtingen, waarvoor tevens een vergunning ingevolge de Drank- en
Horecawet is vereist één antecedentenonderzoek kan worden verricht.
Ter bescherming van de prostituee en ter voorkoming van mensenhandel zijn veroordelingen inzake
zedendelicten, mishandeling en overtredingen van de vreemdelingenwet en de Wet arbeid
Vreemdelingen opgenomen.
De exploitant is verplicht erop toe te zien, dat er in het prostitutiebedrijf geen strafbare feiten, zoals
heling, mishandeling en wapenhandel plaatsvinden. De exploitant heeft een toezichthoudende plicht. Om
bestuursrechtelijk te kunnen optreden is niet vereist dat daaraan strafrechtelijke vervolging of veroordeling
is voorafgegaan: vaststaan moet slechts dat geen of onvoldoende toezicht is uitgeoefend.
Om te voorkomen, dat de prostitutiebedrijven dienen als afzetmogelijkheid voor slachtoffers van
mensenhandel kan in de verordening worden opgenomen dat de exploitant zich ervan moet vergewissen
dat in zijn inrichting geen vrouwen werken die tot prostitutie worden gedwongen.
Vooral buitenlandse vrouwen verkeren in een kwetsbare positie. Zij worden veelal onder valse
voorwendsels naar Nederland gelokt en kunnen op verschillende manieren worden gemanipuleerd. In de
prostitutie verkeren zij in een volledige afhankelijke positie van de exploitant.
In dat kader kan in een gemeentelijke regeling de bepaling worden opgenomen dat er geen illegale
buitenlandse prostituees in het prostitutiebedrijf werkzaam mogen zijn. De exploitant is hiervoor
verantwoordelijk.
In verband hiermee kan aan een vergunning het volgende voorschrift worden verbonden:
1. het is de exploitant verboden om tijdens de opening personen onder de 18 in het bedrijf
aanwezig te hebben
2. de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te
houden met daarin opgenomen naam, adres, en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame
personen;
3. de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als
bedoeld in de vorige bepaling ter inzage te geven aan de ambtenaar van politie of de
toezichthouder, als bedoeld in artikel 103a van de APV Breda 1997
4. de exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht om alle
medewerking te verlenen aan de toezichthouder(s), als bedoeld in artikel 103a van de APV Breda
1997, waaronder in ieder geval het verlenen van de onmiddellijke en onbelemmerde toegang aan
deze toezichthouder(s).
Voorstel
Instemmen met de gedragseisen voor exploitanten en beheerders, zoals opgenomen in de model-APV
alsmede de verplichtingen voor de exploitant ten aanzien van de bedrijfsvoering, opgenomen in paragraaf
4.2.1, sub C en deze voorschriften aan een vergunning te verbinden. Deze voorschriften zijn opgenomen
in de beleidsregeling (bijlage 4).
Aan de Gemeentewet is artikel 151a toegevoegd, dat luidt: "de raad kan een verordening vaststellen
waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het
verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling.
13