Paragraaf 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie en dergelijke
Artikel 67
Seksinrichtingen
1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan een seksinrichting of
escortbedrijf te exploiteren of te wijzigen zonder vergunning van het bevoegd bestuursorgaan.
2. In de aanvraag om vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld:
a. de persoonsgegevens van de exploitant;
b. de persoonsgegevens van de beheerder en;
c. de aard van de seksinrichting of het escortbedrijf
d. de locatie van de inrichting
e. het aantal werkzame prostituees
f. een bewijs van inschrijving in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel
g. een nauwkeurige plattegrondtekening van de inrichting, schaal tenminste 1:100 met
vermelding van de oppervlakte van de verschillende ruimten in m2;
h. een verklaring en het rapport van de GGD dat de seksinrichting, zijnde een
prostitutiebedrijf of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar, dan wel met
een seksbioscoop, seksautomatenhal of sekstheater, voldoet aan de vereisten zoals
gesteld in de door het bevoegd bestuursorgaan vastgestelde beleidsregeling in verband
met het bepaalde in artikel 69E, tweede lid onder f genoemde belangen.
Artikel 68
Gedragseisen exploitant en beheerder
1. De exploitant en de beheerder:
a. staan niet onder curatele en is niet ontzet uit de ouderlijke macht of de voogdij;
b. is niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;
c. en heeft de leeftijd van éénentwintig jaar bereikt.
2. Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
a. met toepassing van artikel 37 van het wetboek van Strafrecht in een psychiatrisch
ziekenhuis geplaatst of met toepassing van artikel 37a van het wetboek van Strafrecht
ter beschikking gesteld;
b. binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke
vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse
Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar
Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van
het wetboek van strafvordering is toegelaten;
c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk
veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van duizend gulden of meer of tot een
andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid onder a van het wetboek van straf
recht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de
Vreemdelingenwet of de Wet arbeid vreemdelingen;
2. de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 197a, b en c, 240b, 242 tot en met
249, 250a, 252, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426 en 429quater en/of
453 van het Wetboek van strafrecht;
3. de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 jo artikel 8 of jo artikel 163
van de Wegenverkeerswet 1994;
4. de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;
5. de artikelen 2 en 3 van de Wet op de Weerkorpsen;
6. de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
3. Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:
26