>W
Gemeente Breda Registratienr: 13593]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: PM
om in het verlengde van de doelstellingen en ambities uit de Stadsvisie beslissingen te
nemen voor de toekomst van dit westelijk deel van de binnenstad;
dat deze beslissingen aan de orde zijn terwijl er nog geen volledig zicht is op de omvang
van mogelijke externe bijdragen, en dientengevolge ook nog geen zicht op de
noodzakelijke inzet van gemeentelijke middelen;
dat een nadere uitwerking van de voorstellen, op basis van voornoemde beslissingen
door de raad, randvoorwaardelijk is om het traject van genereren van externe bijdragen
mogelijk te maken.
Ad 2. Vaststellen Voorlopig Ontwerp op Hoofdlijnen
De vaststelling van het Voorlopig Ontwerp op Hoofdlijnen door de gemeenteraad als
richtinggevend plankader voor verdere ontwikkelingen op de flanken is om meerdere redenen
van vitaal belang:
een voorlopig plan op hoofdlijnen vormt de integrale basis voor de samenhangende
uitwerking van de komende reconstructies van de flanken, welke over een groot aantal
jaren zijn verspreid;
zicht op de toekomstige kwaliteit van de openbare ruimte is van groot belang voor de
mate van investeringsbereidheid van de zijde van marktpartijen. De kwaliteit van de
langs de flanken op vele ontwikkelingslocaties op te richten bebouwing is recht
evenredig met deze omgevingskwaliteit;
een door de raad ondersteund integraal plan voor herontwikkeling van de flanken is een
absolute voorwaarde om serieus een traject van fondswerving en publiekprivate
samenwerkingsverbanden in te kunnen gaan.
Ad 3. Instemming met de fasering
Wij hebben bewust gekozen voor een fasering, waarbij in de eerste jaren de aandacht met name
ligt op de afwerking van het zuidelijk gedeelte van de flanken en op de Westflank. Aan deze
keuze liggen de volgende overwegingen ten grondslag:
het flexibel dynamisch afsluitsysteem is een belangrijk instrument om de grote
investering in het stadshart te kunnen beheren en beschermen;
investeren in het zuidelijk gedeelte wordt ingegeven door de noodzaak om te investeren
in de ondergrondse infrastructuur (riolering);
prioritering van de Westflank boven de Oostflank wordt ingegeven door:
de grote hoeveelheid actuele ontwikkelingslocaties op de Westflank;
de gunstige conjunctuur;
de manifeste landelijke aandacht voor water in binnenstedelijke gebieden;
de nog te verwachten bouwactiviteiten in de Oostflank (afronding Chassé Park,
Molsterrein, Valkenborgh, Vlaszak, etc.)
Voorgesteld wordt om deze fasering te hanteren als basis voor de opstelling van de
investeringsplanning.
Ad 4. Het uitgangspunt van het terugbrengen van water als structuurdraqer bij de
herstructurering van de Westflank
In de discussie rond de Oost-/Westflank heeft dit onderdeel relatief veel aandacht gekregen. Ook
uit de resultaten van de consultatie blijkt dat dit onderwerp het nodige los maakt. Wij hechten
er aan dat dit onderdeel zowel inhoudelijk als in financiële zin bezien wordt in relatie tot de
totale aanpak van de flanken.
Wij zien blijkens bovenstaande motivering een duidelijke meerwaarde in het terugbrengen van
water, zowel voor de Westflank, als voor de binnenstad als geheel, als voor de relatie
binnenstad-Spoorzone.
Een veel gestelde vraag is of de investering in het water opweegt tegen het veronderstelde
rendement voor de binnenstad. Blijkens de reacties van de marktpartijen, hogere overheden en
waterbeheerders en de reacties vanuit de consultatie is dit ons inziens zeker het geval.
Daarenboven wordt het college in deze mening gesterkt door de uitkomsten van het onderzoek
naar de economische effecten van het water aan de Westflank, zoals boven omschreven.
Ook in financieel opzicht dient de investering in het water bezien te worden tegen de
achtergrond van de totale investeringsopgave op de flanken.