Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 13593] Dienst/afdeling: PM Stappenplan Consequenties Het totale krediet, dat nodig is om verdere stappen te kunnen zetten in de ontwikkeling van de Oost- /Westflank, komt hiermee op fl. 995.000,-. Met het onderhavige besluit wordt de weg vrij gemaakt voor het verder uitwerken van dit Voorlopig Ontwerp op Hoofdlijnen voor de Oost-/Westflank. Het integrale plankader, de fasering en de principekeuze voor het water op de Westflank zijn van groot belang voor het proces en de inhoud van de samenwerking tussen de gemeente en flankerende ontwikkelaars, alsmede voor het traject van fondswerving. Na een positief besluit zal direct begonnen worden met de productie van een ontwikkelingsplan voor de Westflank. Dit houdt in een samenhangend plankader voor de inrichting van het openbaar gebied en de vorm en functie van de flankerende bebouwing. Dit ontwikkelingsplan zal, waar afgeweken wordt van het vigerende bestemmingsplan voor de binnenstad, dienen als een juridisch-planologische onderlegger voor de zelfstandige projectenprocedure rond de aanliggende bebouwing. Parallel aan dit ontwikkelingsplan wordt gewerkt aan de in de voorstellen genoemde onderzoeken in het verlengde van het ontwerp, alsmede aan de nodige samenwerkingsovereenkomsten met betrokken ontwikkelaars. Ontwikkelingsplan en samenwerkingsovereenkomsten worden aan de raad ter besluitvorming voorgelegd, met de resultaten van een consultatie van belanghebbenden en de stad. Parallel zal worden gewerkt aan de planvoorbereiding van de in de fasering voor 2001/2002 voorziene projecten, zijnde het flexibel-dynamisch afsluitsysteem voor de binnenstad en de reconstructie van het zuidelijk gedeelte van de flanken (Nieuwe Ginnekenstraat, Van Coothplein West/ Concordiastraat). Projectdefinities voor deze projecten worden aan het college voorgelegd, en vervolgens worden de gedetailleerde programma's van eisen en de aanvragen voor voorbereidingskredieten aan uw raad voorgelegd. Na de gebruikelijke consultatie worden de uitgewerkte definitieve ontwerpen, vergezeld van een aanvraag uitvoeringskrediet, wederom aan uw raad voorgelegd. Een en ander analoog aan de tot nu toe gevolgde procedures rond het Van Coothplein en de Claudius Prinsenlaan. Deze zelfde procedure zal gevolgd worden bij de verdere deelprojecten van de Oost-/Westflank. In de voorgestelde fasering wordt uitgegaan van een totale uitvoeringstermijn van 8 jaar. Deze termijn gaat uit van een continue proces van herstructurering, waarbij rekening is gehouden met een permanente bereikbaarheid van de binnenstad. Het is niet mogelijk om deze termijn te verkorten. Wel is het mogelijk om deze termijn te verlengen; de op de faseringskaart in kleuren aangegeven plangebieden kunnen relatief autonoom ontwikkeld worden. Dit betekent dat lopende het proces uitvoeringsbeslissingen kunnen worden genomen, afhankelijk van beschikbare middelen en prioriteitstellingen bij kadernota's en begrotingen. Vanwege de voorgestelde publiekprivate samenwerking op de Westflank dienen hieromtrent bepalingen in de samenwerkingsovereenkomsten te worden opgenomen, als onderdeel van het onderhandelingsresultaat. Juridisch en planologische consequenties Zowel de ontwikkelaars, als de gemeente, hebben zich tot op heden in hun planontwikkeling voor de op te richten bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte gebaseerd op de bestaande beleidskaders, welke vertaald zijn in het nog relatief jonge bestemmingsplan Binnenstad. Het model "4+" wijkt op een aantal onderdelen af van dit bestemmingsplan, waar het gaat om functies, bouwhoogten en rooilijnen. Dit geldt niet voor de locatie van Laurentius, -17-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2000 | | pagina 946