SAMENVATTING
1. De door de gemeente opgestelde districtsprogramma's functioneren als leidraad voor het
gebruik van accommodaties.
2. Het gemeentelijke accommodatiebeleid is daarmee faciliterend ten opzichte van het
subsidiebeleid. Dat wil onder meer zeggen dat de omvang van het gemeentelijk subsidie
overeen komt met de mate waarin een accommodatie onderdak verleent aan de door
gemeente wenselijk geachte activiteiten in het kader van de uitvoering van het
districtsprogramma
3. Ten behoeve van de uitvoering van het gemeentelijk subsidiebeleid gaat de gemeente -
afhankelijk van de functie die een accommodatie kan vervullen binnen het gemeentelijke
beleid - uit van een onderscheiding van accommodaties in verschillende categorieën.
Bij de indeling wordt uitgegaan van accommodaties die bijvoorbeeld een spilfunctie
(kunnen) vervullen als ondersteuning van de uitvoering van het gemeentelijke subsidiebeleid
en de overige accommodaties.
4. Per district vindt op basis van het gemeentelijke districtsprogramma, en na overleg met de
voor de exploitatie van die accommodaties verantwoordelijke besturen, een toedeling plaats
van de gesubsidieerde activiteiten over de aanwezige accommodaties. Uiteraard wordt bii
deze toedeling zoveel mogelijk rekening gehouden met de wiik- en buurtindelingen binnen
een district.
5. Met betrekking tot de in de districtsprogramma's opgenomen activiteiten, alsmede nader op
basis van hun functie te bepalen activiteiten, worden de daaraan verbonden
huisvestingslasten rechtstreeks aan de betreffende accommodaties gesubsidieerd. Dit houdt
in dat dan een subsidiëring in een gedeelte van het exploitatietekort (namelijk voor de mate
het gesubsidieerd gebruik van een accommodatie gaat plaatsvinden.
6. Teneinde een vermenging van belangen te voorkomen en om de verschillende rollen vast te
leggen wordt er een scheiding aangebracht tussen de verantwoordelijkheden met
betrekking tot verschillende taken.
Dat betekent dat verschillende organisaties belast zullen worden met respectievelijk:
het beheren en exploiteren van een accommodatie (en daarmee het ruimtelijk faciliteren
van activiteiten);
het organiseren van activiteiten
het leveren van agogische inhoudelijke ondersteuning aan die activiteiten;
het leveren van praktische administratieve ondersteuning aan organisaties.
Bij de invoering van deze nieuwe structuur zal een overgangstermijn worden gehanteerd.
7. Bij iedere accommodatie moet er sprake zijn van een gebruikerscommissie, bestaande uit
vertegenwoordigers van de vaste gebruikers, die op hoofdlijnen betrokken wordt bij de
gang van zaken binnen de betreffende accommodatie. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling
om leden van een gebruikerscommissie deel te laten uitmaken van een
accommodatiebestuur
8. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient een accommodatiebestuur onder meer
deel te nemen aan het Districts Accommodatie Overleg (DAO). Dit overleg heeft tot doel:
de gemeente te adviseren over zaken het accommodatiebeleid betreffende;
het bevorderen van een goede samenhang in het aanbod van accommodaties in een
district
Daarnaast moet een accommodatiebestuur om voor subsidie in aanmerking te komen
uiteraard niet alleen voldoen aan de richtlijnen die door de gemeente gesteld worden ten
aanzien van het gebruik van de accommodatie maar ook ten aanzien van de inrichting
versie 21-08-00
3