Gemeente Breda
Raadsvoorstel
RME/WAM
Registratienr: [9033]
Dienst/afdeling:
Deze welstandsnota vertaalt de uitgangspunten van de stadsvisie naar het terrein van de bouwplantoetsing.
De stadsvisie bevat een aantal uitgangspunten die voor de cultuur van het bouwen van belang zijn: citaat:
Eerste pijler: werken:
Versterking van de economische functie van de binnenstad. Versterking van de toeristisch recreatieve functie; ontsluiting
binnenpleintjes; investeren in renovatie en behoud van beeldbepalende cultuurhistorische elementen;
Voorzien in een internationale verbindingsschakel en internationaal knooppunt;
Creëren van aantrekkelijke locaties voor nieuwe bedrijven en revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen.
Tweede pijler: wonen:
Op belangrijke, gezichtsbepalende plaatsen in de stad kiezen we onvoorwaardelijk voor kwaliteit. Daarom willen we daar
vernieuwende architecten van naam en faam aan het werk laten. Zij kunnen meerwaarde aan de stad geven. Voor
grootschalige projecten trekt de gemeente stedebouwkundigen van topniveau aan om een kwalitatieve totaalvisie- en
aanpak te waarborgen;
De sfeer in nieuwe bouwlocaties wordt uiteraard voor een groot deel bepaald door de architectuur en de planologische
inrichting;
Voor de binnenstad geldt vooral de kwaliteit van de gebouwen en de zorg voor het historisch stadshart van Breda. Het
betreft fysieke aspecten ais de monumenten, het wonen boven winkels, openen van de rolluiken, e.d.
Zorg voor ingrijpende ontwikkelingen aan de flanken:
Restauratie van de Westflank
Vierde pijler: cultuur (geïntegreerd in de andere pijlers):
Versterking van het historisch karakter van de stad met een bijzondere aandacht voor monumenten;... Voor Breda is het de
opgave om de fragmentering van het historisch gezicht tegen te gaan. Als nog meer karakterbepalende elementen uit het
straatbeeld zouden verdwijnen of aan hun lot worden overgelaten, zetten we daarmee ons visitekaartje van authentiek
historische (binnen-)stad op het spel. Een vitaal monumentenbeleid en een toenemend cultuur-historisch bewustzijn moet er
voor zorgen dat die karakteristieke uitstraling behouden blijft en versterkt wordt. Om die reden gaan we de komende periode
dan ook extra investeren in renovatie en behoud van beeldbepalende en cultuur-historische elementen., einde citaat.
Vertaling van bovenstaande uitgangspunten in de nota welstandsbeleid geschiedt in regieplannen en voor wat betreft de
binnenstad in de in de nota omschreven criteria. Voor wat betreft de HSL/A16 heeft Breda geijverd voor het instellen van een
landelijke welstandscommissie voor de HSL. Deze commissie is enige tijd geleden geinstalleerd en heeft inmiddels op
essentiele punten verbeteringen voorgesteld die door de HSL organisatie zijn geaccordeerd
De positie van de nota welstandsbeleid is tweeledig. Enerzijds past de nota in het beleid aangaande de cultuur van het
bouwen (architectuurbeleid) en kan ze gezien worden als een uitwerking daarvan, net als de monumentennota waaraan
thans wordt gewerkt en die onlosmakelijk verband zal houden met deze nota, en vice versa. Anderzijds staat deze nota op
zichzelf als document bij de uitvoering van de woningwet en wordt in dit stuk nieuw beleid gemaakt door tot op een zeer
gedetailleerd niveau inzicht te geven in de toetsingscriteria voor welstand, en worden waar mogelijk die criteria ook zeer
concreet geduid. Zelfs zodanig dat, wanneer je een eenvoudig bouwwerk wilt oprichten, van tevoren precies is na kan gaan
waaraan dit moet voldoen, en de vergunning -zo die al nodig is- in een ommezien kan worden verkregen. Deze criteria zijn
samengebracht onder de noemer "sneltoets". Deze normen zijn bovendien zo geformuleerd dat ze niet dwingend zijn:
onvoorziene en originele ontwerpoplossingen worden niet bij voorbaat uitgesloten of onmogelijk gemaakt.
Maar zelfs op dat heel concrete niveau legt de nota verbanden naar ander gemeentelijke beleid en andere regelgeving
aangaande de kwaliteit van de gebouwde omgeving.
De ontwikkelingen in Breda staan niet los van de landelijke ontwikkelingen. In veel steden heeft zich een soortgelijke
ontwikkeling voorgedaan, en kwam er behoefte aan een betere kwaliteit en een strengere toetsing, gevolgd door een periode
waarin de welstand meer en meer onder druk kwam te staan. Dit heeft geleid tot een voorstel van wijziging van de
woningwet waarin in eerste instantie de rol van de welstand gedecimeerd zou worden. De discussie over deze
beleidsvoornemens heeft uiteindelijk veel vooruitgang gebracht. Met name het rapport "welstand op een nieuwe leest" van
Architectuur Lokaal in opdracht van de Rijksbouwmeester heeft bijgedragen tot een eigentijdse invulling van dit toezicht
waarin een heldere werkwijze van welstandscommissies een impuls krijgt en er geen plaats meer is voor persoonlijke
voorkeuren, achterkamertjespolitiek en andere zaken die -overigens soms ten onrechte- welstandscommissies verweten
werden. In de landelijke discussie heeft Breda actief geparticipeerd zodat het niet toevallig is dat de nota die nu voor U ligt
overeen komt met de lijn zoals die in welstand op een nieuwe leest" getrokken wordt, en deze nota bovendien vooruitloopt
wat de wetgever straks van elk gemeentebestuur zal verlangen: het vastleggen van een expliciet welstandsbeleid waarin
Chassépark
-2-