Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16732]
Dienst/afdeling: RO
Motivering/Toelichting
Consequenties
De provincie Noord-Brabant heeft de gemeente Breda op 6 sept. 2001 een brief gestuurd waarin wordt
meegedeeld dat Breda voor 2001 recht heeft op een subsidie van fl. 3.055.024,- 1.386.309,45).
Naar aanleiding hiervan ligt ter besluitvorming het bestedingsplan 2001 Breda voor, hetgeen extern afgestemd is met
de betrokkenen uit de regio (provincie, Servicepunt Deeltaxi, portefeuillehoudersoverleg Kleinschalig Collectief
Vervoer en intern tussen RME en SAW.
OV-subsidie op basis van deeltaxibruik is in feite te kwalificeren als normale reguliere OV-subsidie zoals die ook wordt
ontvangen voor het vervoer per stadsbus. Deze gelden mogen besteed worden aan regulier OV én deeltaxivervoer dat
voldoet aan de normen van het ministerie van V. W. betreffende collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV). Dat
laatste is het geval voor de deeltaxi West-Brabant. Breda mag als OV-autoriteit de haar toekomende gelden in
principe naar eigen inzicht besteden binnen de regels van de Wet Personenvervoer. Het bedrag van fl. 3.055.024,-
1.386.309,45) wordt verdeeld tussen de dienst RME en SAW comform de verdeelsleutel zoals die ook in 2000 is
gehanteerd nl. 51,42 voor SAW en 48,58 voor RME. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op afspraken tussen de
algemeen directeuren van de diensten RME en SAW en in 2000 conform besloten.
Dat alles leidt tot het voorstel zoals u dat heeft aangetroffen in de vorige paragraaf.
Het regionaal communicatieplan is tot stand gekomen m.b.v. bureau Mainstream en geaccordeerd door het
portefeuille-houdersoverleg Kleinschalig Collectief Vervoer West-Brabant. De volgende maatregelen zijn in dat kader
genomen en hebben een continu karakter
a. verschaffen van folders
b. aanpassing CD-ROM
c. website onderhouden
d. promotie in informatievitrines abri's
e. advertentiecampagne
f. attentie voor de klanten (optioneel).
De bonus-malusregeling is in 2001 bij wijze van pilot ingevoerd en houdt in, dat Personenvervoer Zuid-Nederland
(PZN), als representant van de diverse taxivervoerders, een bonus krijgt, als het vastgestelde aantal schriftelijke en
telefonische klachtenmeldingen tussen de nul en 2,5 van het aantal ritten ligt. Ligt dat percentage tussen de 2,5
en 3 dan is er geen bonus of malus. De malus treedt in werking bij een percentage van 3 tot 6 Een
klachtenpercentage hoger dan 6 is niet toegestaan en dient te leiden tot onmiddellijke maatregelen door PZN en
de vervoerders). Bonus en malus kunnen tot maximaal fl. 300.000,- 136.134,06) oplopen. In 2002 wordt de
regeling geëvalueerd en waarschijnlijk aangevuld met een klanttevredenheids-onderzoek dat dan voor 50 de
bonus/malusregeling gaat bepalen.
De risicobuffer is nodig, omdat het in april 2001 ingevoerde klanttarief van fl. 2,50 1,13) per strip inclusief de
rijkssubsidie OV niet kostendekkend is, als het aantal reizigers stijgt. De rijkssubsidie die wordt verleend op basis van
de gestegen kaartopbrengsten van die klanten, ijlt namelijk anderhalf jaar na. Dit levert een, weliswaar tijdelijk,
aanvangstekort op, dat zolang voortduurt als de opbrengsten, het aantal reizigers (en uiteraard de kosten) blijven
stijgen. Een hoger tarief dan het bovengenoemde strippentarief wordt (voorlopig) niet toegestaan door het ministerie
van V. W., indien men subsidie wil verkrijgen.
Tenslotte worden de grootste bedragen van de OV-rijkssubsidie ingezet voor de reguliere exploitatie van het
deeltaxivervoer en het reguliere stadsbusvervoer, alsmede als reservering ten behoeve van de implementatie van de
OV-Nota (te storten in de Reserve Openbaar Stadsvervoer).
Overzicht financiële stromen
Er wordt voor het tweede jaar een substantieel bedrag aan OV-subsidie op basis van deeltaxigebruik aan Breda
uitgekeerd: in 2000 bedroeg het 2,65 miljoen gulden 1.202.517,57), in 2001 ruim 3 miljoen 1.361.340,65)
Deze OV-subsidie is imiddels een belangrijk onderdeel van de exploitatierekening geworden, zowel voor de deeltaxi
als het reguliere stadsbusvervoer.
Om het totale Bredase exploitatietekort van deeltaxivervoer af te dekken is een bijdrage vanuit de WVG-gelden en
een deel van de OV-rijkssubsidie nodig. Wel is het zo, dat de druk op de WVG-budgetten verminderd is, omdat er nu
in tegenstelling tot vroeger ook OV-subsidie ingezet kan worden voor het deeltaxivervoer van o.a. WVG ers. De WVG-
gelden worden uiteraard ingezet vanuit de dienst SAW, de OV-rijkssubsidie (de 'suppletieregeling' gebaseerd op
opbrengsten) vanuit de diensten SAW en RME
-2-