Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 17112]
Dienst/afdeling: BEL
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 3
Aantal bijlagen:
Het vaststellen dan wel wijzigen van de verordeningen onroerende zaakbelastingen, hondenbelasting,
rioolrechten, afvalstoffenheffing en reinigingsrecht, precariobelasting, staangeld, parkeerbelastingen,
havengeld, graf- en begraafrechten, baatbelasting en leges voor het belastingjaar 2002 alsmede het
vaststellen van de Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen 2002.
In dit raadsvoorstel wordt - in navolging van en in onderlinge samenhang met de vaststelling van de
Concernbegroting 2002 - voor belastingjaar 2002 de vaststelling of de wijziging van de in aanhef
genoemde belastingverordeningen en kwijtscheldingsregeling voorgesteld.
Vast te stellen de:
'Verordening onroerende zaakbelastingen Breda 2002';
'Verordening hondenbelasting Breda 2002';
'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Breda 2002';
'Verordening rioolrechten Breda 2002';
'Verordening graf- en begraafrechten Breda 2002';
'Verordening staangeld Breda 2002';
'Verordening havengeld Breda 2002';
'Verordening precariobelasting Breda 2002';
Verordening tot wijziging van de 'Legesverordening Breda 1997';
Verordening tot wijziging van de 'Verordening baatbelasting binnenstad 1996';
Verordening tot wijziging van de 'Verordening parkeerbelastingen Breda 2000';
'Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen 2002'.
Algemene prijsontwikkeling
Ten aanzien van de belastingtarieven wordt een bestendig beleid gevoerd op grond waarvan deze
tarieven worden aangepast aan de te verwachten prijsontwikkeling van de netto materiële
overheidsconsumptie. Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillen in de verwachte en de
werkelijke prijsontwikkeling over de voorgaande jaren. Bij de bepaling van de tarieven wordt in
beginsel ook het uitgangspunt van volledige kostendekkendheid gehanteerd. De ontwikkeling van de
prijzen van de netto-materiële overheidsconsumptie wordt voor belastingjaar 2002 op +3,75%
geraamd. In de Kadernota 2002 werd nog uitgegaan van een indexering van +3%.
Onroerende zaakbelastingen
In overeenstemming met de Nota van aanbieding bij de Concernbegroting 2002 wordt voorgesteld de
OZB-tarieven met 5,25% te verhogen. Deze verhoging is samengesteld uit +3,75% inflatiecorrectie en
+1,5% meeropbrengst ten behoeve van een volledige financiering van de kwijtscheldingscomponent
afvalstoffenheffing uit de OZB-opbrengst. In de OZB-opbrengst 2002 is 385.000 850.000) aan
OZB-kwijtschelding, 408.000 900.000) aan kwijtschelding rioolrecht en 1.316.000 2,9 min.)
aan kwijtschelding afvalstoffenheffing verdisconteerd.
Ook voor belastingjaar 2002 wordt voor wat betreft de OZB-tariefedifferentiatie (woningen versus niet-
woningen) uitgegegaan van het ook voor belastingjaar 2001 gehanteerde tijdvakpercentage van
145%. De OZB tarieven van woningen ten opzichte van niet-woningen verhouden zich dan als 100%
145%.
Op basis van de genoemde uitgangspunten bedragen de OZB-tarieven voor het belastingjaar 2002
voor elke volle eenheid 2.268 WOZ-waarde 5.000 WOZ-waarde):
eigenarenbelasting woningen 2,55
gebruikersbelasting woningen 2,05
eigenarenbelasting niet-woningen 3,69
gebruikersbelasting niet-woningen 2,96
-1-