1. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot
automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
gemeentelijke fiscale heffingen 100,00 of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt, dat
de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen
waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een
maand later.
2. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn
verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van
de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na
afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Nadere regels m.b.t. heffing en invordering
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
en de invordering van de hondenbelasting.
Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening hondenbelasting 2001" van 21 december 2000 wordt ingetrokken met ingang
van 1 januari 2002, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich
voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting Breda 2002".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2001.
Artikel 10
Artikel 11
9