De raad van de gemeente Breda gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, onderdeel a. en b. van de Gemeentewet besluit: vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2002. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: maand: een kalendermaand; belastingjaar: is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit 1Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80). 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel; b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan. Artikel 4 Maatstaf en tarief De belasting bedraagt per perceel, per belastingjaar 1indien het perceel wordt gebruikt door éénpersoonshuishouding 222,24 2. indien het perceel wordt gebruikt door meerpersoonshuishouding 267,72 Artikel 5 Belastingtijdvak Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 1068