2. Indien het reinigingsrecht wordt geheven bij wege van een afzonderlijke aanslag, vermeld
op een afzonderlijk aanslagbiljet, waarop geen andere gemeentelijke belastingaanslagen
staan vermeld, dient dit reinigingsrecht te worden betaald op de laatste dag van de maand
volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
3. In afwijking van het bepaalde in eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot
automatische incasso het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
gemeentelijke fiscale heffingen 100,- of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt,
dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn
vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn
verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso
van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één
maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoel in het
eerste lid.
Artikel 13
Nadere regels m.b.t. heffing en invordering
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht.
Artikel 14
Inwerkingtreding en citeertitel
1De "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Breda 2001van 21 december 2000,
wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2002, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht
Breda 2002".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2001