Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Belastbaar feit
Artikel 9
Belastingplicht
Maatstaf en tarief
Ingevolge artikel 219, tweede lid, van de Gemeentewet kunnen de gemeentelijke belastingen
worden geheven naar in de belastingverordening te bepalen heffingsmaatstaven, met dien
verstande dat het bedrag van een gemeentelijk belasting niet afhankelijk mag worden gesteld
van het inkomen, de winst of het vermogen. Op grond van artikel 15.33, tweede lid, van de wet
milieubeheer is artikel 219 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing op de
afvalstoffenheffing.
Bij circulaire van 5 november 1993, nr. FBA 93/U1930, heeft de staatssecretaris van
binnenlandse zaken de differentiatiemogelijkheden binnen de afvalstoffenheffing verruimd. Ook
een tariefdifferentiatie naar bijvoorbeeld de mate van gebruik van de ophaaldienst of een
tariefdifferentiatie in verband met het gescheiden inzamelen van afvalstoffen is toegestaan.
Een gemeente is in beginsel niet verplicht een tariefdifferentiatie in te voeren. Dat blijkt ook uit
een arrest van de Hoge Raad van 20 oktober 1993, nr. 29 183, BNB 1993/347, Belastingblad
1993, blz. 829 (Roermond).
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven
bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. De heffing van
de afvalstoffenheffing zal geschieden bij wege van aanslag.
Ontstaan en beëindiging van de belastingschuld
Eerste lid
Blijkens de redactie van het eerste lid wordt de belasting verschuldigd bij het begin van het jaar
of bij het begin van de belastingplicht, zo dit later is. Hoewel is gekozen voor een tijdvakheffing
en niet voor een tijdstipheffing, ontstaat de materiële belastingplicht ingevolge dit artikellid niet
pas aan het einde van het belastingjaar, doch reeds bij het begin ervan. De belastingschuld kan
derhalve in de loop van het belastingjaar worden geformaliseerd.
Tweede lid en derde lid
In de leden twee en drie zijn regels gegeven die betrekking hebben op wijzigingen gedurende
het jaar in de belastingplicht. In deze verordening is gekozen voor een tijdsevenredige
herleiding per maand, waarbij gedeelten van een maand niet worden meegerekend.
In dit artikel is het belastbare feit omschreven. Het reinigingsrecht heeft betrekking op het genot
van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten. Deze omschrijving van het belastbaar
feit is gebaseerd op artikel 229, eerste lid, onderdelen a. en b. van de Gemeentewet.
Belastingplichtig met betrekking tot het reinigingsrecht is degene op wiens verzoek dan wel ten
behoeve van wie de gemeente een extra afvalcontainer heeft verstrekt.