De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met overname van de
daarin vermelde overwegingen;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de
algemene begraafplaats".
Artikel 1
Aard van de heffing
Voor het gebruik van de algemene begraafplaats en voor het van gemeentewege verrichten van
diensten aldaar, worden rechten geheven overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.
Artikel 2
Belastingplicht
Belastingplichtige is de aanvrager van de in deze verordening omschreven bevoegdheden en
diensten, dan wel degene, die van die bevoegdheden en/of diensten gebruik maakt.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Deken Dr. Dirckxweg;
eigen graf: een graf ten aanzien waarvan voor een bepaalde tijd het uitsluitend
recht is verkregen om daarin te doen begraven;
algemeen graf: een der overige graven;
eigen urnenruimte: een ruimte op de algemene begraafplaats ten aanzien waarvan voor
een bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om aldaar asbussen
te doen plaatsen;
algemene urnenruimte: een der overige urnenruimten op de algemene begraafplaats;
gedenkteken: een op aanvraag van de nabestaanden geplaatst stenen gedenkteken
met opschrift.
Artikel 4
Tarief voor het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen
1Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder wordt
501,88 geheven. In dit bedrag is een onderhoudsrecht begrepen van het graf gedurende
een periode van 20 jaar nadat het graf in gebruik is genomen.
2. Voor het begraven van overleden kinderen beneden het jaar en van levenloos geborenen
wordt een vierde gedeelte en voor het begraven van overleden kinderen 1 tot 12 jaar de
helft van de in het eerste lid genoemde bedrag geheven.
3. Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden zuigelingen van
een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven, wordt het begrafenisrecht
eenmaal geheven, terwijl geen recht geheven wordt voor het begraven van stoffelijke resten
van kinderen die, kort na de geboorte overleden, in één kist met hun overleden moeder
worden begraven.
>w