Artikel 30
Ontheffing
Uitsluitend voor de belasting die "per jaar" wordt geheven kan ontheffing worden verleend. Deze
ontheffing wordt verleend, indien de voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst
bestemde gemeentegrond worden verwijderd vóór het verstrijken van het jaar, waarvoor de belasting
wordt geheven.
Deze ontheffing wordt berekend op zoveel twaalfde gedeelten als het aantal kalendermaanden van
het lopende jaar bedraagt, welke na het verwijderen van de voorwerpen, onder, op of boven die
grond, nog niet zijn ingegaan.
Artikel 31
Betalingen
De belastingaanslagen zijn invorderbaar één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of van de
nota.
Artikel 32
Nadere regels m.b.t. de heffing en invordering
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing
en de invordering van precariobelasting.
Artikel 33
Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
1. De "Precarioverordening Breda 2001" van 21 december 2000, wordt ingetrokken met ingang 1
januari 2002, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor
die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting Breda 2002".
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 20 december 2001.