Monumentenvergunning 5.7.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het wijzigen van een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke monumentenverordening: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 90,- en een maximum van 1.350,-. 5.7.2 Indien de aanvraag incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet completeert bedragen de leges, in afwijking van het bepaalde onder 5.7.1 22,50 5.7.3 In afWijking van het bepaalde onder 5.2.1 wordt voor de toepassing van de leden 5.7.1 en 5.7.2. onder bouwkosten slechts verstaan de bouwkosten welke betrekking hebben op de wijziging van dat gedeelte van het bouwwerk dat als monument is aangewezen. 5.7.4 Het overeenkomstig 5.7.1 berekende bedrag ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het wijzigen van een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 wordt verhoogd met 90,- indien het een rijksmonument betreft. Aanlegvergunning 5.8.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening: 5.8.1.1 indien de aanlegkosten lager zijn dan 50.000,- zijn: 50% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum 67,50 en een maximum van 270,-, met dien verstande dat "bouwkosten" wordt gelezen als "aanlegkosten"; 5.8.1.2 indien de aanlegkosten 50.000,- of meer zijn: 270,- vermeerderd met 30% van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met dien verstande dat "bouwkosten" wordt gelezen als "aanlegkosten"; 5.8.2 In afwijking van het bepaalde onder 5.8.1 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning indien de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen: 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 18,- en een maximum van 90,-. 5.8.3 In afwijking van het bepaalde onder 5.8.1 bedraagt het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanlegvergunning indien de aanvraag wordt geweigerd: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een maximum van 180,-. 5.8.4 Indien de aanvraag betrekking heeft op een werk waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, al dan niet in combinatie met artikel 46, lid 8 van die wet, wordt het overeenkomstig het bepaalde onder 5.2.14 berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening, aan de aanvrager ter kennis is gebracht. Wijzigingen 5.9 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging, van een verleende bouwvergunning, sloopvergunning, aanlegvergunning, of vergunning tot wijziging van een monument: 5.9.1 indien de bij de behandeling van de aanvraag om vergunning vastgestelde kosten gelijk blijven of lager worden 90,-- 5.9.2 indien de bij de behandeling van de aanvraag om vergunning vastgestelde kosten hoger worden: 90,-, vermeerderd met 1,84% van de bouw- sloop- of aanlegkosten, inclusief de berekende omzetbelasting, voor zover die bouw-, sloop- of aanlegkosten de 2.300,- te boven gaan, met dien verstande dat de verschuldigde leges slechts worden berekend over de kosten welke voortvloeien uit de wijziging. Het gestelde in de leden 5.2.1, laatste volzin, en 5.7.3 zijn van overeenkomstige toepassing. w 40

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 1110