Gemeente Breda Registratienr: 17039]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: CAP
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Informatieverstrekking door de Bestuursacademie en ondernomen acties
Agendapuntnummer 6 Aantal bijlagen:
Opheffing gemeenschappelijke regeling Bestuursacademie Zuid-Nederland
In de jaren zeventig hebben de lagere overheden voor de opleiding en vorming van hun ambtenaren
per provincie een bestuursacademie in het leven geroepen. Dit instituut verzorgt van oudsher de
vakopleidingen voor de ambtenaren zowel op uitvoerend als beleidsniveau. Voor deze
bedrijfsopleiding werd een organisatievorm gekozen op basis van de Wet gemeenschappelijke
regelingen.
In 1992 zijn de Bestuursacademies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland gefuseerd tot de
Bestuursacademie Zuid-Nederland. De publiekrechtelijke organisatievorm is toen gehandhaafd.
Het bestuur bestaat uit 15 vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten, een
vertegenwoordiger namens de deelnemende provincies en een vertegenwoordiger namens de
waterschappen. De jaarlijkse bijdrage van de deelnemende gemeenten werd gereduceerd tot fl 0,25
0,11 )per inwoner. Voor de provincie geldt een zelfde verplichting naar rato van het aantal
inwoners van de grootste gemeente in de betreffende provincie; bij een waterschap ligt er een relatie
met het personeelsbestand.
Na deze fusie is een landelijke samenwerking tot stand gekomen met de overige 3 academies:
Bestuursacademie West-Nederland, Bestuursacademie Noord-Nederland en Bestuursacademie Oost-
Nederland. Een proces van privatisering werd in 1995 ingezet met de gezamenlijke oprichting van de
Stichting Bestuursacademie Nederland.
De afgelopen jaren is een weg ingeslagen om te komen tot een fusie van de vier regionale
bestuursacademies tot één landelijke instelling. In het voorjaar van 2001 is op het laatste moment
besloten de fusie om bedrijfseconomische redenen niet door te laten gaan. Inmiddels verkeerde de
Bestuursacademie Zuid-Nederland in een zorgelijke organisatorische en financiële situatie. Oorzaken
daarvan zijn onder meer de grote investeringen in tijd en aandacht in het fusieproces, het daarmee
achterblijven van de ontwikkeling van het eigen werk en een groot verloop aan de top van de
instelling. Als gevolg hiervan heeft het bestuur van de Bestuursacademie Zuid-Nederland
aangekondigd de gemeenschappelijke regeling op te heffen.
1 Over te gaan tot opheffing per 1 januari 2002 van de gemeenschappelijke regeling
Bestuursacademie Zuid-Nederland conform artikel 37 en het college op te dragen de
noodzakelijke uitvoeringsbesluiten te nemen.
2 De hiermee gepaard gaande kosten, die maximaal fl. 640.000,- 290.419,34 bedragen, te
dekken uit de binnen de algemene reserve pro-memorie risico's.
Het bestuur van de Bestuursacademie Zuid-Nederland staat op het standpunt dat de huidige
werkwijze niet meer levensvatbaar is. Ze hebben dit per brief van 26 maart 2001* aan de deelnemers
van de gemeenschappelijke regeling voor het eerst bekend gemaakt.
Op 6 juni 2001* volgde een nieuwe brief waarin de maatregelen van het Dagelijks Bestuur bekend
werden gemaakt en inzicht werd gegeven in de stand van zaken sanering en nieuwe toekomst
Bestuursacademie Zuid-Nederland.
Een van de maatregelen was het aanstellen van een interim-directeur, de heer J.J.E. van Veghel.
Verder werd het voornemen bekend gemaakt om na het mislukken van de fusie over te gaan tot
privatisering van de Bestuursacademie Zuid-Nederland en de gemeenschappelijke regeling te
beëindigen. Dit zou overigens in geval van fusie met de andere academies ook het geval zijn geweest.