Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16865]
Dienst/afdeling: JZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 7
Aantal bijlagen:
Tegemoetkoming in de achteruitgang onkostenvergoeding raadsleden
Het nieuwe belastingstelsel dat per 1 januari 2001 is ingevoerd heeft een achteruitgang van de
onkostenvergoeding voor raadsleden van fl. 100,- 45,38 per maand tot gevolg.
De afgelopen maanden is bezien op welke wijze op deze achteruitgang kan worden ingespeeld.
Op 11 oktober 2001 is in het fractievoorzittersoverleg een notitie ingebracht waarin wordt voorgesteld
op de achteruitgang in de tegemoetkoming in te spelen door middel van een verhoging van de
fractievergoeding. De fractievoorzitters hebben ingestemd met het in de notitie opgenomen voorstel.
In de achteruitgang van de onkostenvergoeding van raadsleden tegemoet te komen door de
fractievergoeding te verhogen van 25 naar 28,8%, en ten behoeve daarvan de Verordening op de
vergoeding aan gemeenteraadsfracties 1995 te wijzigen.
Onderzocht is op welke wijze de tegemoetkoming kan plaatsvinden. Ten behoeve daarvan zijn twee
opties bekeken, te weten de ophoging van de vergoeding aan raadsleden en de ophoging van de
fractievergoeding.
Onderzoek naar de verhoging van de vergoeding aan de raadsleden heeft uitgewezen dat deze
verhoging er toe leidt dat de kosten in de bedrijfsvoering stijgen met fl. 82.851,12, dat niet alle
raadsleden volledig worden gecompenseerd, dat een aantal raadsleden WAZ-premie is verschuldigd
waardoor hun tegemoetkoming kleiner wordt en dat er onzekerheid bestaat over een mogelijke WAZ-
heffing over de (gebruteerde) onkostenvergoeding.
De verhoging van de fractievergoeding daarentegen leidt er toe dat de kosten in de bedrijfsvoering
stijgen met fl. 46.800,-dat alle raadsleden volledig en gelijk worden gecompenseerd, en dat er geen
bemoeienis met de belasting is. Mogelijk gevolg is wel dat er binnen de fracties afspraken moeten
worden gemaakt over de besteding/toekenning van deze extra vergoeding.
Landelijk uitgangspunt voor de vergoeding aan raadsleden is dat aan raadsleden een vergoeding
moet worden verstrekt die ligt tussen de 80% en 100% van het wettelijk maximum. Breda voldoet met
haar 92% aan deze eis. Voor de vergoeding aan fracties is niets geregeld, gemeenten zijn hier vrij in.
Op dit moment vergoedt Breda aan de fracties via de "Verordening op de vergoeding aan
gemeenteraadsfracties 1995" een vergoeding van 25% van het jaarlijks vastgestelde wettelijk
maximum bedrag zoals dat geldt voor de vergoeding aan raadsleden. Om de teruggang in de
onkostenvergoeding te compenseren zou de fractievergoeding moeten worden verhoogd naar 28,8%
van het jaarlijks vastgestelde wettelijk maximum bedrag zoals dat geldt voor de vergoeding aan
raadsleden.
In de toelichting van de minister op de gevolgen van het nieuwe belastingsstelsel wordt aangegeven
dat er in beginsel geen achteruitgang voor raadsleden is, omdat tegenover deze verlaging staat dat de
kosten van een fax, computers en van cursussen en congressen rechtstreeks voor rekening kunnen
komen van de gemeente. Dat is tot op heden in Breda echter niet het geval geweest. In Breda
ontvangen de fracties van de gemeente een fractievergoeding. Collectieve zaken als
fractieondersteuning, computers, faxen, cursussen en congressen voor de fractie en de fractieleden
worden uit die vergoeding betaald. In het algemeen zijn dergelijke uitgaven in het verleden niet op een
andere manier voor rekening van de gemeente geweest.
Het is gezien de Bredase praktijk niet vreemd om de achteruitgang voor de raadsleden in de
onkostenvergoeding te compenseren middels ophoging van de fractievergoeding en niet door middel
van het direct verstrekken van voorzieningen als fax, computers, cursussen en congressen aan
individuele raadsleden. Tevens wordt hiermee voorkomen dat er allerlei regels moeten worden
opgesteld en bewaakt.
I
-1-