Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16138]
Dienst/afdeling: JZ
Motivering
1. Hoogte en situering
De bebouwing wordt gerealiseerd op circa 30 meter afstand van de bestaande eengezinswoningen
aan de noordzijde van het perceel. Dit is een afstand die gebruikelijk is in een stedelijk gebied. Ook in
de directe omgeving van de locatie alsmede op vele andere plaatsen in de stad zijn woningen
tegenover elkaar gelegen en gescheiden door een openbare ruimte, zoals een straat, een stoep e.d.
De afstand van circa 30 meter tussen de bestaande bebouwing en de geprojecteerde nieuwbouw
vinden wij een maat die als voldoende wordt geacht vanuit een oogpunt van privacy en lichtinval.
Het nieuwe appartementengebouw zal gerealiseerd worden in 7 bouwlagen. Wij hebben hierbij de
bestaande omgeving van de Petrus en Pauluskerk, welke naast eengezinswoningen ook
flatbebouwing kent, in ogenschouw genomen. Voor de nieuwe bebouwing is aansluiting gezocht bij de
karakteristiek van de bestaande flats langs de Graaf Hendrik III laan. Wij zijn dan ook van mening dat
vanuit stedenbouwkundig en planologisch oogpunt de voorgestane hoogte van 7 bouwlagen op deze
markante locatie aanvaardbaar is.
Het realiseren van lagere bebouwing in bijvoorbeeld 4 of 5 bouwlagen, zoals verschillende
reclamanten voorstellen, heeft, bij een gelijk aantal te realiseren woningen, als gevolg dat het gebouw
breder en dieper zal moeten worden. Het ruimtebeslag is daarbij veel groter en zal mogelijk plaats
moeten gaan vinden op de bestaande groenplek. Uitgangspunt bij de gehele ontwikkeling van het
plangebied is echter dat de bestaande groenplek onaangetast blijft.
Voor het realiseren van een lagere bebouwing en situering binnen de contouren van het huidige
kerkgebouw verwijzen enkele reclamanten ook naar een eerder gepresenteerd plan. Dit plan en de
presentatie hiervan bij de omwonenden was echter een initiatief van het parochiebestuur, waar de
gemeente noch bij betrokken is geweest noch de verantwoordelijkheid voor draagt.
Het bouwplan zoals de ontwikkelaar dat wil gaan realiseren en waarvoor de randvoorwaarden in het
onderhavige bestemmingsplan zijn opgenomen, vinden wij om de bovengenoemde redenen
aanvaardbaar.
Voor het beoordelen of er (onaanvaardbare) schaduwwerking ontstaat, zijn schaduwtekeningen
gemaakt van het nieuwe appartementengebouw en niet van de huidige kerktoren, zoals een
reclamant in zijn zienswijze aangeeft.
Het nieuwe gebouw zal inderdaad schaduw werpen op enkele woningen aan de noordzijde van de
locatie. Echter, uit de gemaakte en op de inspraakavond gepresenteerde) schaduwtekeningen en
berekeningen blijkt, dat dit slechts het geval is in de wintermaanden bij een lage zonnestand. Tussen
februari en oktober is er, door de hogere stand van de zon, geen schaduwwerking op de woningen.
Daarnaast is van belang dat uit de schaduwtekeningen blijkt dat de schaduw telkens op circa 2 a 3
woningen tegelijk valt en dan slechts voor circa 3 uur. Dit is ongeveer 2 uur meer dan de huidige
schaduwwerking van de klokketoren, welke gedurende circa 1 uur schaduw op de woningen geeft.
Gezien de geringe kans op schaduwwerking en gezien de geringe tijd per woning waar dit zich
eventueel voordoet vinden wij dit binnen een stedelijke context aanvaardbaar.
Aan de noordgevel van het appartementengebouw zijn inderdaad ramen gepland, bij de aan die zijde
aanwezige slaapkamers. Voor toetreding van zonlicht zijn deze niet persé noodzakelijk, doch wel voor
de daglichttoetreding.
De afstand van het appartementengebouw tot de bestaande woningen is, zoals reeds aangegeven,
circa 30 meter, hetgeen een ruime maat is. Bovendien is van belang dat de woonvertrekken oost-west
georiënteerd zijn en de belangrijkste en grootste ramen derhalve niet aan de noordzijde gesitueerd
zijn.
Wij menen dan ook dat door de situering binnen het appartementengebouw en de ligging ten opzichte
van de bestaande woningen geen onaanvaardbare aantasting van de privacy optreedt.
2. Verkeer- en parkeeroverlast
Voor het bouwplan gelden de parkeernormen zoals deze zijn vastgelegd in de gemeentelijke nota
"navigeren in parkeren". Om het open en groene karakter van het gebied te kunnen waarborgen dient
daarbij ten minste 1 parkeerplaats per appartement gerealiseerd te worden in een ondergrondse
parkeerkelder.
Ten tijde van de concrete bouwaanvraag voor het realiseren van het appartementengebouw moet uit
de bouwtekening blijken dat aan deze normen wordt voldaan.
-3-