Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16138]
Dienst/afdeling: JZ
In het op te stellen inrichtingsplan voor de buitenruimte, waarin zowel de groenplek als de
parkeersituatie zal worden aangegeven, zullen eveneens de parkeermogelijkheden voor
kerkbezoekers aangegeven worden. Van belang hierbij is dat het pad langs de kerk, waar momenteel
bij kerkbezoek ook geparkeerd wordt, verdwijnt en dat elders parkeerplaatsen gerealiseerd zullen
worden.
Naar verwachting zal het inrichtingsplan in oktober/november 2001 gepresenteerd en met de
omwonenden besproken worden.
3. Handhaving groenvoorziening en speelplek.
De bestaande groenvoorziening, gelegen ten oosten van de huidige kerk en grenzend aan de Graaf
Hendrik III laan is gemeentelijk bezit. De locatie blijft onaangetast.
De bomen aan de noord-, west en zuidzijde blijven in principe ook onaangetast. Ter plaatse van de
geplande inrit naar de ondergrondse parkeergarage aan de westzijde van het plangebied zullen naar
verwachting 1 a 2 bomen moeten verdwijnen. Eveneens zal de boom verdwijnen welke midden in het
gesitueerde appartementencomplex aanwezig is.
De functie van het aanwezige groene terrein wordt eveneens niet gewijzigd. In het bestemmingsplan
is bij de bestemming "groenvoorziening" opgenomen dat toegestaan zijn zitgelegenheden en
speelwerktuigen, met andere woorden: speelvoorzieningen voor kinderen kunnen behouden blijven
dan wel geplaatst worden.
Het terrein zal na de bouw van de appartementen heringericht worden, waartoe te zijner tijd een
herinrichtingsplan zal worden opgesteld. Zoals reeds gemeld zal dit plan naar verwachting in
oktober/november gepresenteerd en besproken worden.
4. Schade als gevolg van bouwactiviteiten.
De voorgenomen bouw zal geschieden onder verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar en bij
eventueel te lijden schade kunnen reclamanten zich tot deze ontwikkelaar wenden.
In zijn algemeenheid kan gezegd worden, dat, voordat de activiteiten starten, bij de omliggende
woningen de bouwtechnische staat wordt geïnventariseerd zodat later eventueel aangetoond kan
worden of er schade is ontstaan tengevolge van de bouw Ook dit geschiedt in opdracht van de
ontwikkelaar.
5. Waardevermindering van de woningen
Indien reclamanten menen dat tengevolge van het bestemmingsplan en de daarin opgenomen
bouwmogelijkheden hun woningen in waarde zullen dalen, dan kan een verzoek om planschade op
basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te zijner tijd worden ingediend bij de
gemeenteraad.
Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek worden de planologische regimes van het vorige en het
huidige bestemmingsplan met elkaar vergeleken en wordt beoordeeld of een planologisch nadeliger
situatie ontstaat door de ontwikkelingsmogelijkheden uit het nieuwe bestemmingsplan, welke
onaanvaardbaar zijn.
6. Renovatie Graaf Hendrik III plein
De renovatie van het Graaf Hendrik III plein en de Graaf Hendrik III laan én het bouwplan op de
locatie Petrus en Pauluskerk hebben geen invloed op elkaar. De beide procedures kunnen los van
elkaar in gang gezet worden.
7. Wet Geluidhinder
Bij het realiseren van het appartementengebouw zal de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A)
overschreden worden met 2 dB(A).
In de toelichting van het bestemmingsplan bij de paragraaf "milieu-aspecten" staat aangegeven aan
welke voorwaarden voldaan moet worden om een verzoek om hogere waarden te kunnen indienen en
wij verwijzen naar het gestelde daaromtrent.
Bij het indienen van het verzoek om bouwvergunning zal dan ook tevens aan Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant verzocht worden om een hogere waarde voor de geluidbelasting vast te stellen tot
52 dB(A).
-4-