Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 16425] Dienst/afdeling: JZ 38. Rassers, namens C.A.J. Brons, Asterdkraag 69 te Breda; 39. E.J. Kentie, Nieuw Krijtenberg 16 te Breda; 40. E.en M. Snoeren, Nieuw Asterd 26 te Breda; 41. M.A.M.M. Gosens, Asterdkraag 49 te Breda; 42. J.A. Jacobs, Asterdkraag 53 te Breda; 43. Fam. W.H. Dijkstra-van den Oever, Nieuw Asterd 6 te Breda; 44. J. van der Pligt, Asterdkraag 73 te Breda; 45. Fam. P.R. Jutte-Weekamp, Asterdkraag 43 te Breda; 46. A. Graman, Nieuw Asterd 20 te Breda; 47. Fam. J.T.M. van Manen-van der Wal, Nieuw Zonzeel 7 te Breda; 48. A.W. Bezemer, Nieuw Zonzeel 3 te Breda; 49. M.A. Clarijs, Nieuw Zonzeel 5 te Breda; 50. H. Ekelmans, Nieuw Zonzeel 6 te Breda; 51A. van der Fleijden, Nieuw Zonzeel 9 te Breda; 52. A.L. Nanninga, Nieuw Putoor 10 te Breda; 53. G.P.J. Visser, Nieuw Zonzeel 9 te Breda; 54. Brabantse Milieufederatie mede namens IVN Mark en Donge, Spoorlaan 434b te Tilburg. Ook is een zienswijze ingekomen van J. van Wijngaarden, Asterdkraag 63 te Breda. Deze is echter pas op 17 september 2001 afgegeven. Dit betekent dat deze zienswijze buiten de daarvoor gestelde termijn is ingekomen en derhalve niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Deze zienswijze zal dan ook verder buiten behandeling worden gelaten. Beoordeling zienswijzen. De binnen de termijn ingekomen zienswijzen worden hierna verkort weergegeven en van commentaar voorzien. Daar waar zienswijzen zijn ingediend van nagenoeg dezelfde strekking zullen deze tegelijkertijd in een algemene beoordeling worden behandeld. Het is mogelijk dat niet alle schriftelijke zienswijzen in dit raadsvoorstel zijn genoemd. Bij de totale beoordeling zijn deze echter wel meegenomen. Algemene beoordeling. In vele zienswijzebrieven worden gelijksoortige zienwijzen aangevoerd tegen het bestemmingsplan Afronding Asterd. Alvorens op de individuele zienswijzen in te gaan zal een beoordeling worden gegeven over een aantal vrijwel gelijksoortige zienswijzen. Hierop zal dan bij de individuele beoordeling van de zienswijzen niet meer worden ingegaan. 1Zienswijze Bestemmingsplan Afronding Asterd doorkruist eerder gemaakte afspraken over dit gebied (invulling met recreactieve voorzieningen) en appellanten eisen alsnog nakoming van deze afspraken. Beoordeling Medio jaren tachtig zijn met Volker Stevin afspraken gemaakt over de realisatie van de wijk Asterd. In de oorspronkelijke afspraken had Volker Stevin de verplichting ter plaatse recreatieve voorzieningen aan te leggen in de vorm van een jachthaven, een dagcamping en een aquacamping. De woningbouw is gerealiseerd via vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gedurende de looptijd heeft Volker Stevin echter aangegeven dat na realisatie van de afgesproken recreatieve voorzieningen de exploitatie van deze voorzieningen niet kon worden gegarandeerd en om diverse redenen dus niet levensvatbaar was. Zo zou de druk op de Asterdplas door deze recreatievoorzieningen onaanvaardbaar groot worden. Bovendien zouden de voorzieningen moeilijker bereikbaar worden omdat een ontsluiting via het Haagse Beemdenbos om planologische motieven niet meer mogelijk was. Ook zouden de recreatievoorzieningen te klein van schaal zijn waardoor de exploitatie onmogelijk zou worden. De druk van de recreatievoorzieningen zou op de bestaande wijk Asterd, mede ook vanwege een gewijzigde ontsluiting, qua overlast sterk toenemen. Volker Stevin is nog wel de mogelijkheid geboden een alternatief te ontwikkelen. Het ontwikkelde plan, met onder andere vakantiewoningen door het gehele gebied, was echter dusdanig grootschalig dat geen van de betrokken instanties, waaronder ook de provincie, hieraan zijn medewerking toe wilde zeggen. Vervolgens is door de gemeenteraad in een openbare -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 1177