Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16425]
Dienst/afdeling: JZ
tot gevolg gehad. Gedacht moet hierbij worden aan stedenbouwkundige belangen,
voikshuisvestingsbelangen, landschappelijke en waterhuishoudkundige, milieutechnische belangen en
financiële belangen i.e. de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Met betrekking tot de opname van
de Markmeander binnen de Groene Hoofdstructuur kan worden gesteld dat niet de gemeente hiertoe
heeft besloten maar dit is gedaan door de Provincie bij de opstelling van het Streekplan uit 1992.
Deze opname is gebeurd op basis van de op dat moment in dat gebied aanwezige waarden. Het
aangrenzende gebied, waarbinnen nu gebouwd gaat worden, is in datzelfde Streekplan bestemd tot
Agrarische Hoofdstructuur. Inzake het ontbreken van rapportages over de ecologische gevolgen van
de woningbouw wordt gesteld dat er geen nadelige ecologische effecten aan verbonden zijn. Het
tegendeel is eerder het geval door de versterking (in grootte en kwaliteit) van de natte biotopen. Voor
meer informatie hierover wordt kortheidshalve verwezen naar de toelichting op het bestemmingsplan
paragraaf 6.2.
Verder is in het plan inderdaad geen verklaring gegeven of er onderzoeken zijn verricht naar de
mogelijke oorzaken van de verdroging in het gebied. Deze verdroging kan meerdere oorzaken
hebben. Gedacht moet hier worden aan wegzijging van het water in de waterlopen, aanleg
drainagesystemen, aanwezigheid Asterdplas of de aanwezige woningbouw. Met de in het gebied te
nemen maatregelen zal getracht worden deze verdroging terug te dringen. Verwezen wordt ook naar
hetgeen hierover in de algemene beoordeling onder punt 3 is vermeld.
De opbrengsten in het kader van de verdichting van de bestaande wijk Asterd bij de realisering
hiervan zijn volledig ten goede gekomen aan Volker Stevin. Hiervan heeft de gemeente niet kunnen
profiteren. Voor wat beteft de opbrengsten in het onderhavige plan wordt verwezen naar de in de
toelichting opgenomen hoofdstuk over de economische uitvoerbaarheid. Hier staat uitdrukkelijk
aangegeven hoeveel meter grond uitgeefbaar zijn. Bovendien is hier de conclusie getrokken dat
minimaal tot een budgettair neutrale ontwikkeling kan worden gekomen.
Conclusie.
Deze zienswijzen, met uitzondering van de zienswijzen inzake de sloot langs de Asterkraag,
ongegrond te verklaren.
37. A.H.J.C. van Donzel.
Inhoud zienswijzen.
Appellant stelt dat de argumenten om te komen tot deze ontwikkeling niet juist zijn. Er behoeft volgens
hem niet gezocht te worden naar een alternatieve ontwikkelingsmogelijkheid. Hij stelt voor de huidige
situatie te handhaven waarmee de natuurwaarden maximaal worden gerespecteerd. Aangezien de
gemeente ooit heeft gesteld dat het negatieve resultaat op Asterd geen primair uitgangspunt is voor
herontwikkeling is ook dit argument niet langer steekhoudend.
Verder heeft hij begrip voor het feit dat er in de gemeente behoefte bestaat aan grotere kavels. Hij
vraagt zich echter af of dit noodzakelijkerwijs aansluitend aan Asterd moet gebeuren.
Door bebouwing van het gebied zal het uitzicht worden beperkt, de afstand tot de bebouwing
aanzienlijk kleiner worden dan bij de indertijd geplande voorzieningen en zal de natuur schade leiden.
Appellant vraagt zich af waarom niet de locaties die indertijd bestemd waren voor de jachthaven en de
aquacamping benut worden voor woningbouw?
Verder is hij van mening dat hij niet aan een stadsrand woont maar aan de rand van het landelijk
gebied. Hij meent op basis daarvan dan te mogen rekenen op blijvend groen en zeker geen
bebouwing. Appellant vraagt zich verder af hoe met zekerheid kan worden gesteld dat in het
aansluitende gebied in de toekomst niet nog meer gebouwd zal gaan worden.
Appellant vind dat de nadelige financiële afwikkeling van Asterd niet mag worden afgewenteld op de
bewoners van Asterd omdat de gemeente heeft verzuimd van de ontwikkelaar indertijd financiële
compensatie te verlangen.
Hij verzoekt stukken grond noordoostelijk en -westelijk achter zijn woning van een tuinbestemming te
voorzien en deze aan hem aan te bieden teneinde zijn tuin te vergroten.
Hij verzoekt tevens de bouwhoogten in het plan aan te passen zodat de privacy in zijn woning en tuin
wordt gehandhaafd.
Via een afweging van alle belangen is de conclusie getrokken dat een gedeelte van het plangebied
zich onder voorwaarden leent voor uitbreiding met woningbouw. Dat het de voorkeur verdient hierbij
direct aansluiting te zoeken bij de bestaande woonwijk mag duidelijk zijn. Hierdoor kan rechtstreeks
aangesloten worden op de reeds bestaande infrastructuur. Bovendien wordt hierbij rekening
Beoordeling
-10-