Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 16425]
Dienst/afdeling: JZ
Beoordeling.
Het verbreden van de sloot achter de tuinen aan de Nieuw Asterd is belangrijk om de huidige
betreding van de bufferzone tussen de wijk en het Landgoed het IJzer Hek te voorkomen. De zone is
altijd bedoeld als buffer tussen wijk en landgoed en moet ervoor zorgen dat flora en fauna van het
IJzer hek voldoende beschermd zijn en voldoende rust krijgen. De huidige breedte van de sloot heeft
oneigenlijk gebruik tot gevolg. De verbreding van de sloot moet dit oneigenlijke gebruik voorkomen.
Uiteraard is het hierbij belangrijk te onderzoeken of de verbreding nadelige gevolgen heeft voor het
natuurlijke evenwicht en de grondwaterstand. Dit geldt overigens voor alle uitbreidingen van
waterlopen in het plangebied. Het graven van deze watergang zal eerder een postief effect hebben,
omdat het water uit de wijk niet meer stremt in de huidige smalle waterloop aan de Nieuw Asterd,
maar in de toekomst om de huizen heen zal stromen. Bij de aanleg van de watergang zal zeker
gekeken worden naar de bestaande bomen in de zone.
Op grond van de Wet Geluidhinder dient rond een industrieterrein waar geluidshinderlijke bedrijven
zijn gevestigd een zone te worden vastgesteld. De geluidsbelasting mag buiten deze zone niet meer
bedragen dan 50 dB(A). De op de plankaart aangegeven 50 dB(A)-grens is de zonegrens van het
industrieterrein Breda-Noord. Deze is op 18 januari 1991 bij Koninklijk Besluit vastgesteld.
Voorafgaand hieraan is een akoestisch onderzoek verricht overeenkomstig de hiervoor geldende
regels en overeenkomstig de bestaande situatie op het bedrijventerrein. Na vaststelling van een zone
dient bij de vergunningverlening in het kader van de Wet Milieubeheer rekening worden gehouden met
deze zone. Een en ander betekent dat een vergunning niet verleend mag worden indien tengevolge
hiervan de geluidsbelasting buiten de zone hoger is dan 50 dB(A). Van een toezegging dat een
herijking zou plaatsvinden is ons verder niets bekend.
Bij de Dwarsdijk is thans een opstapplaats aanwezig voor het openbaar vervoer. Het grootste
gedeelte van de bestaande wijk ligt binnen de 400 meter-zone (loopafstand) van deze opstapplaats.
Het restant van de wijk Asterd alsmede de uitbreiding nieuwe wijk zullen niet binnen deze zone zijn
gelegen. De stedenbouwkundige opzet (bebouwing op ruimte percelen) van deze wijk leent zich, ook
vanwege het aantal woningen, niet voor het voeren van een busroute door dit gedeelte. Wel zullen wij
in dit kader overwegen bij de bestaande bushalte nabij de Dwarsdijk fietsenstallingsplaatsen aan te
leggen.
Tenslotte wordt opgemerkt dat gelijktijdig met het bouwrijpmaken van het woongebied de inrichting
van het landelijk gebied ter hand zal worden genomen.
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
44. J. van der Pligt.
Inhoud zienswijzen.
Appellant vindt het bouwen van woningen geen redelijk alternatief voor de oorspronkelijke recreatieve
invulling. Er mag bovendien volgens appellant geen vergelijking worden gemaakt met de geplande
bebouwing met de oorspronkelijke plannen omdat er minder gebouwd zou worden.
Door de geplande bebouwing zal de natuur schade oplopen. De natuur heeft de afgelopen 12 jaar zijn
gang kunnen gaan en dit alles zou nu 'verplaatst" moeten worden. Dit getuigt volgens appellant van
weinig respect voor de natuur.
Appellant maakt zich bovendien zorgen over het waterpeil. Bij de bouw van de bestaande wijk Asterd
is het grondwaterpeil al gedaald. Twijfelt of de voorgestelde voorzieningen in het onderhavige plan het
gewenste resultaat zullen opleveren.
Vraagt zich af waarom de bouw van de woningen niet verder weg van de bestaande woningen kan
worden begonnen. Hiermee zou meer recht worden gedaan aan degene die aan de rand van de
bestaande wijk wonen.
Vraagt zich verder af waarom de sloot langs een gedeelte van de Asterdkraag niet wordt gehandhaafd
zoals ook is toegezegd.
Appellant is verder van mening dat een financieel argument niet mag leiden tot de bebouwing als
thans gepland. Ook op andere manieren, zoals verkoop van de grond als landbouwgrond, had tegen
de huidige prijzen tot compensatie en winst geleid.
Vindt het verdwijnen van het strandje, indertijd al onderdeel van de aquacamping blijkens de destijds
verstrekte brochure, niet terecht. Het heeft thans voor de wijk een duidelijke functie.
Vindt dat door de plannen de waarde van zijn woning zal verminderen en eist dan ook compensatie
van de schade als de plannen doorgang zullen vinden.
-15-
