Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 14552]
Dienst/afdeling: VASTG
Betreft:
Inleiding
Motivering/Toelichting
Voorstel
Agendapuntnummer 27
Aantal bijlagen:
Ruilovereenkomst Antiloopstraat/Wisentstraat te Breda
Nadat Woonstichting Singelveste de eigendom heeft verkregen van het voormalige KPN-terrein aan
de Antiloopstraat, heeft zij hierop onder haar verantwoordelijkheid en voor haar rekening en risico een
bouwplan inclusief openbare voorzieningen gerealiseerd. Ten behoeve van het bebouwde terrein zijn
de nodige gronden met de gemeente geruild en betaalt de woonstichting aan de gemeente de kosten
zoals vermeld in de exploitatieverordening.
Voorts heeft de woonstichting in het openbare gebied parkeerplaatsen gerealiseerd die mede ten
goede komen aan de gerealiseerde sociale woningbouw. Op grond van het bepaalde in de Nota
Volkshuisvesting is met de woonstichting afgesproken dat hiervoor een gemeentelijke bijdrage van
50.000,-- zal worden betaald. Deze bijdrage kan worden gedekt uit de hiervoor geblokkeerde
middelen van de algemene reserve (voorziening renterisico BWS). Hiertoe dient de begroting van de
dienst RME te worden gewijzigd.
1Een gemeentelijke bijdrage van 50.000,- aan Woonstichting Singelveste toe te kennen in
verband met de gerealiseerde parkeervoorzieningen ten behoeve van sociale woningbouw aan de
Antiloopstraat/Wisentstraat te Breda en de met de woonstichting gesloten ruilovereenkomst met
betrekking tot deze bijdrage te bekrachtigen;
2. Genoemde bijdrage te dekken uit de, binnen de algemene reserve, hiervoor geblokkeerde
middelen (voorziening renterisico BWS) en daartoe de begroting van de dienst RME te wijzigen.
Nadat de gemeente in 1995 het voormalige KPN-terrein aan de Antiloopstraat heeft aangekocht is met
woonstichting Singelveste (voorheen: Algemene Woonstichting Breda) gesproken over de
ontwikkeling van woningbouw op deze locatie. Nadat op hoofdlijnen overeenstemming was verkregen
over het bouwplan is het terrein doorverkocht en op 2 juli 1997 aan de woonstichting geleverd. In
overleg met de gemeente heeft de woonstichting op het terrein een bouwplan ontwikkeld bestaande
uit 50 huurappartementen en 28 koopwoningen. Deze woningen zijn inmiddels voltooid en in gebruik
genomen. Voorts heeft de woonstichting onder haar verantwoordelijkheid en voor haar rekening en
risico de openbare ruimte aangelegd en voltooid conform de daaraan door de gemeente gestelde
eisen en wensen.
Bij het in bouwexploitatie brengen van dit terrein hebben de gemeente en de woonstichting gehandeld
conform het bepaalde in de gemeentelijke exploitatieverordening. Dit betekent dat de woonstichting
aan de gemeente de kosten zal betalen zoals deze in de verordening zijn omschreven. Daarnaast
wordt de openbare ruimte, zoals bij ontwikkelingslocaties te doen gebruikelijk, "om niet" aan de
gemeente overgedragen.
Verder is het noodzakelijk dat een tweetal perceeltjes door de gemeente wordt overgedragen aan de
woonstichting. Het gaat hier om een geringe correctie van perceelsgrenzen in verband met het
bouwplan.
Bij de ontwikkeling is voorts met de woonstichting uitgebreid gesproken over de realisering van 38
parkeerplaatsen ten behoeve het bouwplan. Omdat er sprake is van een volledig particuliere
planexploitatie heeft de gemeente (lees: het Grondbedrijf) voor de ontwikkeling van het plan geen
gelden beschikbaar en genereert zij ook geen opbrengsten uit het plan. Om die reden is, zoals
hiervoor vermeld, de gemeentelijke exploitatieverordening van toepassing en zijn alle kosten die
verband houden met het plan voor rekening van de exploitant, in casu de woonstichting. Uitgangspunt
is dan ook dat de woonstichting de kosten van aanleg van alle parkeerplaatsen zelf dient te betalen.
De nota Volkshuisvesting van 3 maart 1998 bepaalt echter op pagina 30 dat de benodigde
parkeerplaatsen voor de goedkope sector (huur én koop) door de gemeente in het openbare gebied
-1-