verplicht zijn de rijkswegen respectievelijk provinciewegen (de gemeente is dit niet verplicht) aan te
wijzen waarover deze "routeplichtige" gevaarlijke stoffen vervoert mogen worden. De rijkswegen en
provincialewegen rond Breda zijn vrijgegeven voor vervoer van de "routeplichtige" gevaarlijke stoffen.
Voor gemeente geldt dat de gemeenteraad op basis van artikel 18 van de Wet vervoer gevaarlijke
stoffen WVGS bevoegd is om binnen zijn gemeente wegen aan te wijzen waarlangs de routeplichtige
stoffen uitsluitend vervoerd mogen worden. Doet een gemeente dit niet dan is op alle gemeentewegen
vrij vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk. Wel is men volgens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen
verplicht om de bebouwde kom zoveel mogelijk te mijden.
Criteria en uitgangspunten
De belangrijkste routeplichtige transporten in Breda zijn de transporten van LPG (en propaan). Het
vervoer van LPG gaat naar tankstations, enkele industrieterreinen, bouwlocaties en boerderijen in het
buitengebied. Andere transporten worden met name veroorzaakt door CSM (o.a. zwaveldioxide),
NOVA-chemicals (butadieen en pentaan), Caligen (tolueendiisocyanaat en waterstof), Coulier
transport (diverse stoffen) en BK transport.
Het belangrijkste criterium om routes met gevaarlijke stoffen aan te wijzen is het zoveel als mogelijk
voorkomen van transporten van gevaarlijke stoffen langs woonwijken, locaties voor grootschalige
evenementen, ziekenhuizen en scholen. Ook is het mogelijk om in de overdracht (tussen weg en
ontvanger) voor voldoende bescherming te zorgen door bijvoorbeeld het aanleggen van een wal.
Daarnaast spelen ook nog verkeerstechnische criteria, zoals hoogte viaducten en geschiktheid van
wegen een rol.
Samengevat zijn de volgende criteria in volgorde van belangrijkheid aan te wijzen voor het benoemen
van wegen voor vervoer van gevaarlijke stoffen:
1 Woonwijken en andere kwetsbare bestemmingen moeten voldoende beschermd
(effectgerichte beoordeling) worden;
2 Een route moet noodzakelijk zijn voor ontsluiting van industrieterreinen (een bestemmingsplan
moet ook vestiging van bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken en of overslaan mogelijk
maken);
3 Risico's moeten aanvaardbaar zijn dus in ieder geval binnen de bestaande normen vallen;
4 Snelle ontsluiting naar rijkswegen;
5 Verkeerstechnisch uitvoerbaar.
Zo zullen dus niet alle wegen naar locaties voor het gebruik van routeplichtige stoffen, vanwege het
toepassen van hierboven vermelde criteria, als route worden aangewezen. Ontheffingen voor
bepaalde transporten voor vervoer van route verplichte gevaarlijke stoffen zullen hierdoor noodzakelijk
blijven aangezien een belangrijk uitgangspunt moet zijn dat bedrijven en woningen voor LPG-
transporten bereikbaar moeten blijven.
Aanvullende criteria voor ontheffing
Ontheffing zal noodzakelijk blijven en voor het verlenen van ontheffing kunnen in principe dezelfde
criteria gehanteerd worden als bij het aanwijzen van een route. Aanvullend kunnen hierbij ook het
aantal transporten, tijdstip van het transport (b.v. in de nacht), de hoeveelheid en de af te leggen route
gereguleerd worden. De hoeveelheden transporten kunnen op, de volgens de Wet milieubeheer,
vergunde situatie worden afgestemd.
Het college is bevoegd om ontheffing te verlenen. Deze bevoegdheid is in het mandaatbesluit
gemandateerd aan het hoofd preventie van de Brandweer. De Brandweer heeft door middel van
interne procedures vastgelegd hoe om te gaan met ontheffingen.
Consequenties EmerZuid
Vooruitlopend op de ontwikkelingen van het masterplan spoorzone is voor dit industrieterrein een
deels consoliderend bestemmingsplan opgesteld. Belangrijk is om op te merken dat op Emer Zuid nog
maar één bedrijf aanwezig is dat routeplichtige stoffen opslaat en gebruikt. Het gaat hier om
zwaveldioxide die door de CSM word gebruikt. Deze stof is van belang aangezien bij een calamiteit
onder bepaalde weerscondities een gevaarlijke situatie zich tot op honderden meters van het bedrijf
kan voordoen. Het voorstel is om naar dit bedrijf geen route aan te leggen. Hiermee wordt tevens
voorkomen dat vervoer van andere routeplichtige stoffen over dit industrieterrein plaats mag vinden.
Het bedrijf moet hierdoor ontheffing aanvragen, zodat rekening kan worden gehouden met mogelijke
aanvullende criteria voor ontheffing en zodoende ook de beste route (naar gelang de
weersomstandigheden) gekozen kan worden.