Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14695] Dienst/afdeling: JZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer 29 Aantal bijlagen: voorstel tot afwijzing van een verzoek om planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van P.L.M. van Koppen ("verzoeker"). Op 29 november 1999 ontvingen wij het verzoek dat wij op 4 januari 2000 om advies doorzonden naar de Sichting Adviesbureau Onroerende Zaken ("SAOZ"). Door de volgens het bestemmingsplan "De Rijt" toegelaten woningbouw tegenover de woning van verzoeker, Moleneind 21, te Prinsenbeek, treedt volgens SAOZ een waardedaling van f 40.000,- op. Volgens verzoeker was die waardedaling op het tijdstip van aankoop van zijn woning (1986) niet voorzienbaar, waardoor hij volgens hem schade lijdt die redelijkerwijs niet geheel voor zijn rekening hoort te blijven. Volgens het op 14 december 2000 door SAOZ uitgebrachte advies, dat wij hierna onder "Motivering/Toelichting" samanvatten en dat bij de stukken ter inzage ligt, was die schade toen wel voorzienbaar. De woning van verzoeker ligt binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Moleneind". Het verzoek af te wijzen overeenkomstig het als ontwerp bijgevoegde raadsbesluit. Uit constante jurisprudentie blijkt dat voor aanspraak op schadevergoeding de schadeveroorzakende stedenbouwkundige ontwikkeling niet voorzienbaar moet zijn geweest op het tijdstip van aankoop van de woning (1986). Volgens SAOZ was die op dat tijdstip wel voorzienbaar. Zij verwijst daarbij naar de volgende stedenbouwkundige documenten: a. de in 1982 door de raad van de toenmalige gemeente Prinsenbeek vastgestelde structuurschets waarin de hoofdlijnen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling van de kern Prinsenbeek zijn aangegeven; b. de toelichting waarvan het op 23 februari 1984 door de raad van de toenmalige gemeente Prinsenbeek vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied, partiële herziening 1983" vergezeld gaat; c. de toelichting waarvan het op 29 september 1983 vastgestelde bestemmingsplan "Moleneind" vergezeld gaat. In die toelichting wordt verwezen naar de structuurschets die bij de plankaart is gevoegd. Verder is als bijlage bij die toelichting een notitie inzake keuze woongebied gevoegd. ad a die structuurschets vermeldt: "De uiteindelijke begrenzing van de zuidwestelijke woonwijk valt samen met de ten westen van de Boterbloemstraat (thans Moleneind genoemd) aanwezige waterloop" en "het gehele gebied zou in de woningbouwbehoefte van ongeveer 10 jaar kunnen voorzien. Omdat het plan dan wel een lange looptijd zou krijgen, waardoor aan derden onnodige beperkingen worden opgelegd, is slechts een gedeelte van de woonwijk uitgewerkt. Ook uit financieel oogpunt lijkt het verstandig de omvang van het plan te beperken." ad b. die toelichting vermeldt: "thans wordt voor het gebied ten zuidwesten van de huidige bebouwde kom een bestemmingsplan voorbereid, dat voorziet in de bouw van 500 woningen (bestemmingsplan "Moleneind"). Conform de aanbevelingen van gedeputeerde staten dient rond deze uitbreiding een kernrandzone in acht te worden genomen. Het doel van een dergelijke zone is het (toekomstige) woongebied op een adequate wijze te beschermen tegen ontwikkelingen die de woonfunctie kunnen aantasten." -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 129