Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 14640]
Dienst/afdeling: JZ
Consequenties
Beoordeling.
a. Het onderhavige bestemmingsplan is op de gebruikelijke manier in procedure gebracht. Over het
voorontwerp is vooroverleg en inspraak gevoerd. Hiervan is kennis gegeven via een in de
omgeving verspreid Breda Bericht en via een publicatie in het Stadsblad. Bij de totstandkoming
van het voorontwerp is geen klankbordgroep betrokken geweest hetgeen wellicht verklaart dat
appellant niet van een en ander op de hoogte is gebracht. Zij had echter aan de gevoerde
inspraakprocedure deel kunnen nemen.
b. Er is wel gekeken naar alternatieve locaties. In het Stadsplan en de Structuurvisie Breda-West is
al geconcludeerd dat in Breda-Oost ruimte is voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Deze
zijn echter in het kader van onderhavige bestemmingsplan niet opnieuw bekeken. Het realiseren
van het onderhavige bestemmingsplan zal ons inziens niet leiden tot beperkingen van de
eventuele toekomstige ontwikkelingen in dit gebied. Tijdens de inmiddels afgeronde
verkenningsfase voor de in ontwikkeling zijnde structuurvisie Breda Oost is met de ontwikkeling op
Hoogeind III al rekening gehouden en ingepast. Bovendien zijn wij van mening dat het
onderhavige plangebied zich voor grotere bedrijven leent.
c. Het gebied maakt onderdeel uit van het stedelijke gebied. In het zuidelijk deel van het plangebied
dat grenst aan het landelijk gebied is, naast een brede groenstrook ook een lagere maximale
hoogte voorgeschreven dan in het noordelijk deel van het plan en is ook de intensiteit in
bebouwing in de vorm van een lager bebouwingspercentage beperkt. Hierdoor krijg je een goede
overgang naar het landelijk gebied.
d. Aansluiting van het onderhavige plangebied op de Dorstseweg is niet voorzien. De grond waarop
deze aangelegd zou moeten worden zit niet in het onderhavige bestemmingsplan maar in het
bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken.
e. Uiteraard wordt er bij de gemeente door internationale bedrijven gevraagd naar bedrijfsterrein
waarop grote vestigingen kunnen worden ondergebracht. Dit is ook een van de redenen geweest
om Hoogeind III in procedure te brengen. Wij zijn van mening, gelet op de doelstellingen van de
gemeente Breda op economisch gebied, met name ten aanzien van de werkgelegenheid, dat
dergelijke bedrijven ook in Breda geaccomodeerd moeten kunnen worden. Verder kan voor wat
betreft de behoefte aan bedrijfsterreinlocaties verwezen worden naar het Actieprogramma voor
Economische Activiteiten zoals die is vastgesteld door de gemeenteraad in april 2000.
f. Hiernaar heeft onderzoek plaatsgevonden. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bodemgesteldheid
geen belemmering vormt voor het realiseren van de voorgestane bedrijfsontwikkelingen. Hierbij
dienen echter wel de in het plan beschreven beperkingen voor het gebruik van het grondwater in
acht te worden genomen.
g. Aan de zuidrand van het plangebied is een brede groenstrook gepland. Binnen deze groenstrook
zal de nieuwe Molenley worden aangelegd en zal tevens een groengordel langs het nieuwe
bedrijventerrein worden aangelegd. Bovendien zal het zuidelijke gedeelte van het plangebied
minder hoog en minder intensief mogen worden bebouwd (verschillende ruimtelijke dichtheden
voorgeschreven tussen het noordelijke en het zuidelijke gedeelte) dit alles om de overgang naar
het landelijke gebied geleidelijker te laten verlopen. Zie verder ook commentaar onder c.
h. Een extra afrit op de A27 is niet voorzien. Ontsluiting van het plangebeid zal plaatsvinden via de
bestaande wegenstructuur. Wel is in het plan al ruimte gereserveerd voor een extra afrit als dit
mogelijk noodzakelijk zou blijken te zijn als toekomstige ontsluiting van Breda-oost.
i. Voor deze planvorm is gekozen omdat de ter plaatse te vestigen bedrijven de nodige flexibiliteit
moet kunnen worden geboden ten aanzien van de indeling van hun terrein. Deze mogen in ieder
geval geen onnodige belemmeringen opleveren bij de onderhandelingen over het al dan niet
vestigen van een bedrijf op deze locatie. Overigens heeft de gemeente nog wel de mogelijkheid
via de in de voorschriften opgenomen nadere eisen in te grijpen in dit proces. Ten aanzien van de
milieurisico's wordt verwezen naar het gestelde hierover in de toelichting op het bestemmingsplan
en het gestelde onder f.
Conclusie.
Deze zienswijzen ongegrond te verklaren.
Juridische.
-2-