Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 14640]
Dienst/afdeling: JZ
Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke ordening kan de indiener van de zienswijzen
na de vaststelling van het plan tegen het raadsbesluit bedenkingen inbrengen bij Gedeputeerde
Staten. Bovendien kan het college nu zelfstandig beslissen over eventuele toepassing van artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke ordening ten behoeve van bouwplannen in het gebied die passen
binnen dit bestemmingsplan.
Communicatie
De indiener van de zienswijzen is in de gelegenheid gesteld haar zienswijzen nader toe te lichten ten
overstaan van de commissie ruimtelijke ordening. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Wel is schriftelijk
een nadere toelichting toegezonden. De indiener van de zienswijzen zal verder schriftelijk van uw
beslissing op de hoogte worden gebracht. Na vaststelling van het bestemmingsplan door uw raad zal
het besluit en het vastgestelde plan gedurende 4 weken ter inzage worden gelegd waarvan kennis zal
worden gegeven in de Staatscourant en het Stadsblad.
Commissiebehandeling
De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C.G.J. Rutten, burgemeester.
B. Ouwerkerk, secretu.
-3-