Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 14611] Dienst/afdeling: BRB Consequenties BESCHERMING Het huidig beleid is gericht op een uniforme bescherming van alle bomen. Geconstateerd is dat: de uniforme bescherming weinig effectief is: vele bomen worden ten onrechte beschermd, andere te weinig het instrumentarium soms tekortschiet: als herplant praktisch onmogelijk is vindt geen groencompensatie plaats; de procesgang bij vergunningverlening nogal lang, omslachtig en kostbaar is; de vergunningwerkzaamheden niet door leges worden gedekt, terwijl dat wel zou kunnen het toezicht intensiever kan. Hier is de visie dat: monumentale en beeldbepalende bomen intensiever mogen worden beschermd: een streng vergunningenstelsel; bepaalde bomen (kleine bomen in tuinen van particulieren) feitelijk hetzelfde niveau van bescherming mogen behouden, maar daartoe minder formele bescherming behoeven: vrijstellen van vergunningen; bescherming van waardevolle bomen beter kan via koppelingen tussen kapvergunning- procedure en andere procedures toezicht en handhaving intensiever moeten leges ingevoerd kunnen worden. Om de visies op de terreinen van bomenbescherming en bomenbeheer concreet uit te voeren, zijn in de twee beheerdocumenten reeksen van maatregelen genoemd. De meeste daarvan kunnen door ons aan het management worden opgedragen. Enkele daarvan behoeven echter besluiten van uw raad. Bomenbescherming Het deelplan bomenbescherming heeft tal van consequenties. Twee daarvan behoeven een verder besluit van de raad. Het gaat om het vaststellen van een nieuwe verordening: de bomenverordening Breda 2001Deze was al als bijlage bij het concept-deelplan gevoegd en daarmee onderdeel van de consultatie. Deze verordening is gehoord de consulatie op onderdelen verfijnd en kan nu definitief worden vastgesteld. De strekking van de nieuwe verordening ten opzichte van de oude is dat kleine bomen in tuinen zijn vrijgesteld van het kapvergunningenstelsel en dat voor monumentale en beeldbepalende bomen een extra zwaar vergunningenstelsel wordt ingevoerd. Deze verordening zal op 2 mei worden afgekondigd en treedt dan op 1 juni in werking. Ter bescherming van groen geldt landelijk de Boswet en lokaal de Bomenverordening. Zij regelen voor een deel dezelfde materie, met verschillende doelen. Het is gewenst dat de overlap tussen deze verordening en de Boswet zo klein mogelijk is. Dat kan onder andere bereikt worden doordat de raad de grenzen van de bebouwde kommen vaststelt. Binnen de bebouwde kommen geldt dan de Boswet niet en dus alleen de Bomenverordening. De door Breda en de voormalige randgemeenten in het verleden vastgestelde grenzen van de bebouwde kom zijn in verband met de gemeentelijke herindeling komen te vervallen. Deze grenzen dienen dus opnieuw te worden vastgesteld. Daarvoor is een nieuwe kaart opgesteld. Verder dienen ter uitwerking van het plan de leges voor bepaalde kapvergunningen te worden opgelegd. Hierover merken wij het volgende op. Bij legesheffing hanteren wij de volgende uitgangspunten: Leges moeten in beginsel zo hoog zijn dat de kosten worden gedekt; leges mogen onder kostendekkend niveau liggen als te verwachten is dat door hoge leges burgers geneigd zouden kunnen zijn om geen diensten aan te vragen en te gaan handelen zonder vergunning, met andere woorden de leges een te hoge drempel zouden zijn; legesinkomsten mogen de kosten niet te bovengaan. Toepassing van deze beginselen op de diensten zoals het beoordelen van aanvragen om kapvergunningen levert het volgende beeld. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 215