BOMENVERORDENING BREDA 2001
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijving
1Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een diameter van de stam van minimaal 10
cm op 1.30 m hoogte boven het maaiveld, c.q. een omtrek van de stam van
minimaal 32 cm op 1.30 m vanaf het maaiveld gerekend langs de stam. Ingeval van
bovengrondse meerstammigheid geldt de diameter van de dikste stam. In het kader
van een herplant- of instandhoudingplicht kunnen voorschriften gesteld of
maatregelen genomen worden voor bomen kleiner dan 10 cm diameter op 1.30 m
boven het maaiveld;
b. boomvormer:
een hoogopgaand, houtachtig, overblijvend, meerstammig gewas;
c. houtopstand:
één of meer bomen, boomvormer, hakhout, een houtwal (lintbeplanting), een
beplanting van bosplantsoen;
d. hakhout:
één of meer bomen of boomvormers, die na geveld te zijn, opnieuw op de stronk
uitlopen;
e. houtwal:
een grotere (lint)begroeiing bestaande uit heesters, struiken, bomen (bijvoorbeeld
hagen en heggen) met een minimale breedte van 0,75 meter en een minimale
hoogte van 1.30 meter;
f. dunning:
velling, die uitsluitend als voorzorgsmaatregel ter bevordering van de groei en
instandhouding van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd;
g. knotten/kandelaberen:
het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij knotbomen,
gekandelaarde bómen of leibomen als periodiek noodzakelijk onderhoud;
h. bebouwde kom:
de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1, 5e lid Boswet;
i.herplanten:
het planten van houtopstand teneinde het verlies van een al of niet met vergunning
gevelde houtopstand te compenseren;
j. boomwaarde:
het bedrag dat wordt gevonden door het product van de volgende factoren:
de oppervlakte in cm2 van de diameter op 1.30 m boven het maaiveld
de geïndexeerde eenheidsprijs per cm2
de standplaatswaarde
afschrijvingswaarde
onderhoudswaarde
de conditiewaarde
de waarde van de plantwijze
herplantwaarde
een en ander volgens de methode Raad, zoals beschreven in richtlijn 1998 van de
Nederlandse Vereniging van beëdigd taxateurs bomen.