HOOFDSTUK 6 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 19 strafbepaling Artikel 20 Opsporingsambtenaren Artikel 21 toezicht op naleving Artikel 22 betreden van gebouwen en terreinen 1. Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 5, 1e en 2e lid, artikel 7 of in artikel 9, 1e of 2e lid, is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 9 is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen. 2. Hij, die handelt in strijd met artikel 2, 1e lid, dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet nakomt, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening gehouden worden met de boomwaarde. 3. Degene, die handelt in strijd met het voorschrift als bedoeld in artikel 17 of 18 wordt bestraft met een hechtenis van ten hoogste 2 maanden of een geldboete van de 2e categorie. 4. De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid tot het instellen door burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan bomen of houtopstanden. Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren. 1Met het toezicht op de naleving van deze verordening en de op grond daarvan genomen besluiten zijn belast de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren van de dienst Stadsbeheer ieder voor zoveel betreft die in het aanwijzingsbesluit vermelde artikel van deze verordening. 2. Een ieder is verplicht om aan de krachtens eerste lid van dit artikel aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen en alle inlichtingen te verstrekken, die zij redelijkerwijs bij de uitvoering van de hen opgedragen taak behoeven. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voorde naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 229