Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15176] Dienst/afdeling: WAM Consequenties Communicatie Commissiebehandeling vergelijkingsmateriaal op. De meeste landhuizen zijn of groter, of kleiner, maar vooral plastischer van vormgeving en plattegrond. Anders dan bij vergelijkbare landhuizen zijn de bouwvolumes weinig plastisch vormgegeven; enkel de ingangspartij en de woonkamer steken iets uit. Deze sobere vormgeving is duidelijk in verband te brengen met de Engelse invloed. Gezien het rieten dak, de vensterstroken en inwendig de grote Hall, dient het landhuis tot de Engelse landhuisstijl of cottagestijl te worden gerekend. Kenmerkend voor de landhuizen in Engelse cottagestijl is de grote hal met haard en trap, met daaromheen de belangrijkste ruimten gegroepeerd. Op deze manier ontstaan de compacte, rechthoekige plattegronden die zo typerend zijn voor deze landhuizen. Ook bij De Hartel zien we dat terug. Is de hoofdvorm van De Hartel ontworpen in cottagestijl, in detail vertoont het gebouw aan de buitenzijde elementen die wijzen op expressionisme (of Amsterdamse school). Gezien de tijd van ontstaan -1921 - is dit niet zo verwonderlijk. De buitenlamp bij de entree, maar bijvoorbeeld ook het glas-in-lood getuigen daarvan. Inwendig wijzen de detaillering van de schouwen in de hal en de woonkamer, alsmede de detaillering van de trapleuning meer in de richting van de Art Déco. Voor Nederland is het een gebruikelijk onderscheid, dat de details aan het exterieur expressionistisch zijn en de versieringen van het inwendige tot de Art Déco worden gerekend. Het overwegend donkere karakter van de woonkamer is wel weer een architectonisch element dat tot het expressionisme behoort. Samenvattend kan gezegd worden dat De Hartel een goed voorbeeld is van de cottagestijl, waarbij de plattegrond-indeling belangrijker is dan de uiterlijke vormgeving. Deze vormgeving is sober, maar zeer verzorgd en - belangrijk - in originele staat bewaard gebleven. Voor het ontwerp heeft de architect, vermoedelijk in nauw overleg met de opdrachtgever, zich goed op de hoogte gesteld van literatuur over het 'moderne landhuis', die in die tijd ruim voorhanden was. Het uiteindelijk resultaat is een klein landhuis op een compacte, maar goed doordachte plattegrond, zonder overbodige opsmuk. Ook gezien de bijzondere en vrij zeldzame combinatie van tuinaanleg en landhuis is sprake van een hoge monumentale waarde en voorgesteld wordt derhalve het object voor te dragen voor de rijkslijst. Juridisch: object kan aangewezen worden als beschermd monument in het kader van de Monumentenwet 1988. Met de eigenaar van het landhuis zal op reguliere wijze worden gecommuniceerd over het raadsbesluit. De commissie Economische Zaken, Cultuur en Grondbedrijf kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, 1. Het bouwhistorisch onderzoek van Kamphuis (Bureau voor bouwhistorie) van september 1998. 2. Het advies van de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten van 10 januari 2001 3. De concept-aanbiedingsbrief aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 244