Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 14751]
Dienst/afdeling: JZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Motivering/Toelichting
Agendapuntnummer 8
Aantal bijlagen:
Het voeren van een artikel 19 WRO-procedure voor het realiseren van een kantoorgebouw boven de
Zuidelijke Rondweg (Oranjeplein).
Op 3 mei 2000 is bij ons ingekomen een verzoek om vrijstelling* door Oostveen Architectuur te Breda
om vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten behoeve van
het realiseren van een kantoorgebouw boven de Zuidelijke Rondweg (Oranjeplein).
De bovengenoemde locatie is gelegen in het bestemmingsplan "Breda-Zuid" en heeft hierin de
bestemming "verkeersdoeleinden Vh", zijnde ontwikkelingslocatie 1".
Het voorgenomen bouwplan, waarvoor het verzoek om vrijstelling is ingediend, kan niet gerealiseerd
worden binnen de voorschriften van het geldende bestemmingsplan. De gewenste ontwikkeling van
het kantoorpand op zich past binnen het bestemmingsplan, maar wijkt op enkele punten af. De
afwijking is zodanig dat er een procedure volgens artikel 19, lid 1 WRO gevolgd dient te worden om de
ontwikkeling mogelijk te maken.
Naar aanleiding van het ingekomen verzoek is op 20 december 2000 een inspraakavond gehouden.
Het verslag* van deze avond is bijgevoegd. Tevens zijn 127 schriftelijke inspraakreacties* ontvangen,
(zie bijgevoegde adreslijst).
Te besluiten om ten behoeve van het op 3 mei 2000 ingekomen verzoek* door Oostveen Architectuur
om vrijstelling van de vigerende bestemmingplanbepalingen voor het realiseren van een
kantoorgebouw boven de Zuidelijke Rondweg (Oranjeplein) de procedure van artikel 19a van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening te voeren, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorend
concept-raadsbesluit.
Het bouwplan voorziet in de realisering van ongeveer 1.200 m2 bruto vloeroppervlak zakelijke
dienstverlening. Deze functie is toegestaan in het bestemmingsplan Breda-Zuid.
In het geldende bestemmingsplan is de ontwikkelingslocatie met randvoorwaarden opgenomen. Bij
realisering binnen deze randvoorwaarden geldt een directe bouwtitel. Vanaf het vrijgeven van het
voorontwerp-bestemmingsplan voor inspraak en vooroverleg ex artikel 10 BRO in april 1997 is deze
locatie als ontwikkelingslocatie opgenomen. In het kader van de totale procedure van het
bestemmingsplan, tot aan het onherroepelijk worden door besluitvorming van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 14 november 2000 is op geen enkel moment van
bezwaren tegen deze ontwikkeling gebleken.
Het bouwplan is 3 lagen hoog met een terugliggende laag. De oostgevel (aan de Ginnekenweg) en
de zuid- en westgevel hebben een open karakter met veel glastoepassing. De noordgevel, die het
dichtst bij de naastgelegen woningen is gelegen, is grotendeels zonder glas, mede om inkijk in de
woningen aan de Johan Willem Frisolaan te voorkomen.
Het schetsplan is in de commissie WAM behandeld. De commissie gaat akkoord met het plan en acht
het zelfs een positieve bijdrage aan de stad.
Het bouwplan wijkt op drie punten af van het bestemmingsplan Breda-Zuid. Het bouwplan is van een
dusdanige kwaliteit dat overwogen is een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO te gaan voeren.
Hierbij is het volgende overwogen.
Realiseren van het bouwplan binnen de gestelde randvoorwaarden van het bestemmingsplan zou
ertoe leiden dat het parkeren moet geschieden in een inpandige parkeergarage op de begane
grondlaag (de "zichtlaag"). Vanuit architectonische overwegingen is een parkeergarage op maaiveld
en zichtniveau niet gewenst.
-1-