De vier subsidiecomponenten. 2.1. BASISSUBSIDIE 2.1.1. Startsubsidie. 2.1.2. Fusiesubsidie Op activiteiten in het kader van de Amateur Kunst zijn onderstaande vier subsidiecomponenten van toepassing: Als basissubsidie, een tegemoetkoming van de kosten die nodig zijn om te kunnen besturen, geldt een bedrag van 250 per jaar per door de gemeente erkende organisatie of vereniging met rechtspersoonlijkheid. Voor wat betreft nadere informatie over de erkenningenregeling wordt hier verwezen naar de nota 'Tussen Woord en Daad Cultuur*. Als uitgangspunt geldt dat organisaties waarmee op 01.01.2000 een structurele subsidierelatie bestond als het ware 'automatisch' worden erkend. Die organisaties die niet voldoen aan de criteria dienen daaraan per 01.01.2003 wei te voldoen ais zij voor erkenning in aanmerking willen blijven komen. In het kort komen de voorwaarden om voor erkenning in aanmerking te komen op het volgende neer: Er is geen gelijksoortige culturele organisatie binnen Breda actief. Er is geen gelijkwaardige culturele organisatie binnen Breda actief. Er bestaat een duidelijke en bewijsbare behoefte aan de door de (nieuwe) organisatie voorgenomen activiteiten. In beginsel moet aan alle drie genoemde eisen worden voldaan. Culturele organisaties zonder rechtspersoonlijkheid komen in beginsel niet in aanmerking voor basissubsidie en, in het verlengde daarvan, ook niet voor een andere vorm van subsidiëring. AK-organisaties die gedurende een aaneengesloten periode van 12 maanden geen activiteiten ontplooien op het terrein dat de grondslag was voor erkenning en of subsidiëring, verliezen hun recht op erkenning en daarmee op het ontvangen van basissubsidie en andere vormen van subsidie. De over deze periode ontvangen subsidiebedragen dienen aan de gemeente te worden teruggestort. Indien een nieuw opgerichte organisatie voldoet aan de voorwaarden tot erkenning, zoals opgenomen in hoofdstuk 2.1.1. van de Nota 'Tussen Woord en Daad Cultuur' kan, teneinde een start te bevorderen, een aanvraag worden ingediend vooreen 'startsubsidie'. Na erkenning ontvangt een dergelijke organisatie zowel een startsubsidie als een basissubsidie waarmee het haar mogelijk wordt gemaakt ook werkelijk culturele activiteiten te gaan ontplooien. De hoogte van de Startsubsidie bedraagt 250 Het kan in het belang van de kwaliteit van de culturele prestaties binnen de Amateur Kunst zijn als culturele organisaties hun krachten bundelen. Ter bevordering van deze samenwerking en het tegemoetkomen in de daaraan verbonden onontkoombare kosten kan per fusie maximaal 500 aan subsidie worden ontvangen. Definitieve versie nota 'Alles heeft zijn Prijs Cultuur'/ 17-4-01 13:50 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 316