2.9. Bijzondere manifestaties. 2.10. De relatie Kunsteducatie - Amateurkunst. 2.11. Jeugd-en jongerencultuur. Een bijzondere plaats nemen de 'Bijzondere Manifestaties' is. Daartoe behoort onder andere de KAM (Kulturele Amateur manifestatie), de ontmoetingsplek bij uitstek voor al diegenen die actief dan wel passief betrokken zijn bij de Amateurkunst. Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten de organisatoren van dergelijke manifestaties in beginsel voldoen aan dezelfde voorwaarden die gelden voor projecten waarbij het bereiken van een artistieke prestatie centraal staat. Normbedragen kunnen in de praktijk veelal niet worden gehanteerd gezien de aard, locatie en de omvang waarvan in die gevallen vaak sprake is. Deze projectsubsidie kent wel dezelfde opbouw: basissubsidie (indien van toepassing), subsidie in de huisvestings- en activiteitenkosten. Ook hierbij geldt dat er in principe sprake is van een garantiesubsidie: er wordt afgerekend op basis van de werkelijke financiële resultaten. Het bevorderen van de deelname van jongeren en 'nieuwkomers in de Bredase samenleving' aan AK- activiteiten is van groot belang voor de toekomst van de sector. Daarnaast is het voor de kwaliteit van de AK van groot belang dat er wordt geïnvesteerd in de opleiding van de jongeren (en overigens ook volwassenen) die actief zijn binnen de AK. In dat kader wordt momenteel vanuit De Nieuwe Veste onderzocht welke (financiële) mogelijkheden er bestaan om de thans geldende HAFABRA-regeling uitte breiden tot de opleidingen van in Breda woonachtige leden van door de gemeente Breda vanuit de Dienst Cultuur gesubsidieerde organisaties op het terrein van de AK. Het gaat daarbij in de eerste plaats om jongeren tot 18 jaar die lid zijn van een van de in Breda gevestigde amateur-symfonie-, strijk-, mandoline- en accordeonorkesten. Tot deze organisaties behoren niet die orkesten en ensembles die onderdeel uitmaken van dan wel mede bekostigd worden vanuit De Nieuwe Veste. Indien het vanuit De Nieuwe Veste gehouden onderzoek leidt tot concrete plannen zullen deze separaat ter besluitvorming worden aangeboden. Veel aspecten van de jeugd- en jongerencultuur zijn qua organisatievormen weinig gestructureerd. Een en ander hangt samen met de dynamiek die kenmerkend is voor jongeren (en volwassenen die zich daartoe rekenen). Dat houdt ook in dat een jongerencultuur zich ook slecht laat 'sturen' vanuit een cultuurbeleid. In zijn algemeenheid is geconstateerd dat de jeugd het meest behoefte heeft aan faciliteiten. Daarbij gaat het vooral om het bieden van mogelijkheden om samen bezig te zijn met (bijvoorbeeld) popcultuur, met experimenteel theater en dans, combinaties van verschillende culturele uitingen en dergelijke. Veel culturele uitingen door jongeren hebben een duidelijk raakvlak met sociaal-culturele activiteiten. De scheidslijn tussen Amateurkunst door en Kunsteducatie voor jongeren enerzijds en sociaal- culturele activiteiten anderzijds is vaak moeilijk te trekken. in algemene zin zat het cultuurbeleid dat gericht is op jeugd en jongeren zich vooraf toespitsen op het faciiiteren, stimuleren, ondersteunen en begeleiden in zowei actief ais passief opzicht. Alleen het primaat met betrekking tot de kunsteducatie ligt bij De Nieuwe Veste. Het primaat van MEZZ ligt bij het faciiiteren en het programmeren van jongerencultuur, in de besprekingen rond de met MEZZ in het kader van de te verstrekken budgetsubsidie af te sluiten uitvoeringsovereenkomst zuilen met name deze aspecten centraal staan. Daarnaast zal MEZZ binnen de algemene kaders van het gemeentelijke cultuurbeleid en vanuit de eigen verantwoordelijkheid in de programmering duidelijk aandacht besteden aan de jeugd- en jongerencultuur. Definitieve versie nota 'Alles heeft zijn Prijs Cultuur'/ 17-4-01 13:50 20

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 329