3. Een erkende organisatie komt in aanmerking voor het ontvangen van een basissubsidie, tenzij in de reguliere subsidie al rekening is gehouden met bestuurlijke apparaatskosten. In het verlengde van de basissubsidie bestaat er de mogelijkheid in aanmerking te komen voor een andere vorm van subsidie. 4. Erkende organisaties die in aanmerking willen komen voor het ontvangen van een andere vorm van subsidie dan een basissubsidie, dienen een rechtspersoonlijkheid te bezitten. Burgemeester en wethouders kunnen hierover nadere regels stellen. 5. De verplichting tot het bezitten van een rechtspersoonlijkheid, zoals gesteld in het vorige lid 4 en. de verplichtingen zoals vermeld onder lid 2 sub f en g van dit artikel, zijn niet van toepassing op organisaties die in aanmerking willen komen voor een subsidie van maximaal EUR 2.000,00 4.400,00) per boekjaar. 6. Een erkenning wordt ingetrokken als een organisatie niet langer voldoet aan de in het tweede lid opgenomen criteria en/of de organisatie niet overeenkomstig haar statuten handelt. Artikel 1:2 Subsidiesoorten 1Als soorten van subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht worden onderscheiden: a. Basissubsidie: een subsidie voor erkende organisaties, bestaande uit een vast bedrag als tegemoetkoming in de bestuurlijke apparaatskosten. b. Incidentele activiteitensubsidie: een subsidie om activiteiten van incidentele aard uit te voeren. Het subsidiebedrag is gebaseerd op het ingediende activiteitenplan en de daarop gebaseerde begroting, voor zover deze zijn goedgekeurd door burgemeester en wethouders. c. Structurele activiteitensubsidie: een subsidie om activiteiten van structurele aard uit te voeren. Het subsidiebedrag is gebaseerd op het ingediende activiteitenplan en de daarop gebaseerde begroting, voor zover deze zijn goedgekeurd door burgemeester en wethouders. d. Projectsubsidie: een subsidie waarbij de organisatie een bedrag krijgt toegewezen ter uitvoering van een project met een specifieke gemeentelijke beleidsprioriteit. De basis voor een projectsubsidie is een uitvoeringsovereenkomst. e. Budgetsubsidie: een subsidie waarbij de organisatie een bedrag krijgt toegewezen om een tevoren overeengekomen takenpakket uit te voeren. f. Investeringssubsidie: een eenmalige subsidie in de stichtingskosten of in de kosten van herstel, verbouwing of uitbreiding van gebouwen of inrichtingen van de organisatie. g. Fusiesubsidie: een subsidie ter stimulering van fusies of andere vormen van bestuurlijke en juridische samenwerkingsverbanden tussen organisaties. h. Startsubsidie: na erkenning conform artikel 1:1 ontvangt de organisatie naast een basissubsidie een startsubsidie waarmee het haar mogelijk wordt gemaakt werkelijk culturele activiteiten te gaan ontplooien. 2 Burgemeester en wethouders kunnen in hun beslissing tot verlening of vaststelling van de subsidie bepalen dat de subsidie geheel of gedeeltelijk het karakter heeft van een garantiesubsidie, wat betekent dat van gemeentewege tot een bepaald maximumbedrag subsidie zal worden verstrekt als dit noodzakelijk mocht blijken. Artikel 1:3 Subsidiabele kosten 1Met betrekking tot incidentele en structurele activiteitensubsidie worden de volgende subsidiabele kosten onderscheiden: a. Personeelskosten; b. Huisvestingskosten; c. Organisatiekosten; d. Uitvoeringskosten. 2. Geen subsidiabele kosten zijn: a. Kosten van acties en dergelijke ter verwerving van inkomsten; b. Kosten van consumpties, traktaties, rookwaren, geschenken en attenties; c. Kosten verbonden aan festiviteiten ter gelegenheid van jubilea en dergelijke; d. Specifieke door ouders gemaakte kosten van aan activiteiten deelnemende kinderen en dergelijke; e. Materiële en financiële ondersteuning van derden; f. Kosten van barexploitatie; 17-04-200113:54

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 334