Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15351]
Dienst/afdeling: AB
Betreft:
Agendapuntnummer 11
Aantal bijlagen: 1
Budgetoverschrijding Montessorischool
Inleiding
In 1996 is begonnen met de voorbereidingen tot de verbouw en aanpassingen van de openbare
Montessorischool. In het bouwproces tot aan het opstellen van het definitieve bouwplan in december
1999 zijn verschillende planwijzigingen en budgetopstellingen de revue gepasseerd. Er was met name
verschil van mening tussen gemeentebestuur en bestuurscommissie over de noodzaak en de kosten
van aanpassing van de schoolgebouwen.
In overleg met de bestuurscommissie werd uiteindelijk een bemiddelaar ingeschakeld (Stolk). Het
resultaat van de bemiddeling is in het raadsbesluit van 22 oktober 1998 bekrachtigd. In het
voorbereidende bestuurlijk overleg van 01 oktober 1998 was reeds besproken dat de
bestuurscommissie een taakstellend budget toegekend zou krijgen en dat de toetsing van het
bouwproject beperkt zou kunnen blijven (marginaal) indien planontwikkeling en uitvoering binnen dit
budget zouden blijven. De toetsing hield in:
a) aan wettelijke voorschriften;
b) van daadwerkelijke uitvoering van gebudgetteerde onderhoudsvoorzieningen (voorkomen van
onderhoudsclaims in de nabije toekomst)
c) van de wijze van aanbesteding;
d) vaststelling van financiële schema's en de wijze van bevoorschotting;
Per brief van 15 december 1999 verleende de gemeente goedkeuring voor het definitieve plan met in
totaal een taakstellend budget van 4.667.225,- (NB: Het rapport van Schreven vertrekt vanuit
bedrag van ƒ4.577.498 zijnde het bedrag het bedrag van ƒ4.667.225 exclusief later toegevoegde
gebruikelijke prijsindexeringen). Opdrachtgever en bouwheer namens de gemeente Breda voor dit
project is de bestuurscommissie openbaar primair onderwijs, hetgeen betekent dat zij verantwoordelijk
is om binnen het taakstellend budget de bouw te realiseren.
Op 11 januari 2000 verzendt de bestuurscommissie de processen-verbaal van de aanbesteding aan
het college. Daarbij wordt geen melding gemaakt van een budgetoverschrijding.
Op 15 maart 2000 verzoekt de bestuurscommissie schriftelijk om een aanvullend budget van
257.751,-Daarnaast vraagt de bestuurscommissie aandacht voor de procedure meer- en
minderwerk. De bestuurscommissie geeft tevens in de brief aan dat men het toegekende budget als
taakstellend beschouwt tot aan de directiebegroting. De bestuurscommissie meldt de architect
gevraagd te hebben een studie te verrichten om bezuinigingen te kwalificeren en te onderzoeken of
extra investeringen kunnen leiden tot een verlaging van de exploitatiekosten.
Op 21 april 2000 vindt op ambtelijk niveau overleg plaats met de bestuurscommissie. Aangegeven
wordt dat het verzoek voor een aanvullend budget een inhoudelijke en bouwtechnische toets vereist
nu het taakstellende budget wordt overschreden. De bestuurscommissie zegt toe de benodigde
bescheiden te zullen aanleveren. Afgesproken wordt dat de bestuurscommissie z.s.m. toelichting en
een kostenraming van geconstateerd meerwerk aanlevert.
Per brief van 04 mei 2000 reageert het college op de brief van 15 maart 2000 van de
bestuurscommissie. Het college geeft aan het verzoek om een aanvullend budget af te wijzen. Voor
de beoordeling van het verzoek is het immers noodzakelijk het plan alsnog inhoudelijk en
bouwtechnisch te beoordelen teneinde vast te stellen of bezuinigingsmogelijkheden aanwezig waren.
Het college verzoekt de bestuurscommissie dan ook om de benodigde stukken aan te leveren voor
een nadere toetsing. Ten aanzien van de procedure meer- en minderwerk merkt het college op dat
ook met betrekking tot het meer- en minderwerk het beschikbare budget als taakstellend dient te
worden beschouwd. In de betreffende brief wordt tevens duidelijk gemaakt dat de bestuurscommissie
onterecht concludeert dat het toegekende budget slechts taakstellend zou zijn tot aan de
directiebegroting.
-1-