Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15351]
Dienst/afdeling: AB
Op 31 mei 2000 vindt bestuurlijk overleg plaats. Daarbij wordt nogmaals verduidelijkt dat het
toegekende budget ook taakstellend was en is voor het bouwproject na de directiebegroting en dat
alleen marktwerking aanleiding zou kunnen geven tot aanvulling van het budget. Opnieuw wordt
afgesproken dat de bestuurscommissie aanvullende stukken levert. In de maanden daarna verzoekt
de gemeente (ambtelijk) herhaaldelijk mondeling om de stukken aan te leveren, zowel bij de
bestuurscommissie als direct bij de architect.
Per fax van 27 september 2000 reageert de bestuurscommissie schriftelijk op eerdere (mondelinge)
verzoeken door expliciet aan te geven dat geen sprake kan zijn van een nadere toetsing. Tevens
meldt de bestuurscommissie dat op 31 mei 2000 was afgesproken dat zij een verzoek zou opstellen
voor een aanvullend krediet. Deze aanvraag is niet bekend.
Per brief van 18 oktober 2000 wordt nogmaals een schriftelijk verzoek met die strekking gedaan aan
de bestuurscommissie. De bestuurscommissie reageert bij fax van 14 november dat de gevraagde
stukken nog niet zijn toegestuurd en, nogmaals, dat geen sprake mag zijn van nadere toetsing.
Op 20 november 2000 informeert de bestuurscommissie de portefeuillehouder mondeling over
mogelijke verdere overschrijding van het toegekende bouwbudget. De portefeuillehouder reageert
daarop door van de bestuurscommissie op zo kort mogelijke termijn een analyse van aard, omvang en
oorzaak van de problemen te eisen.
Op 7 december 2000 vindt met dit doel ambtelijk overleg plaats met de bestuurscommissie. Daarbij
worden concrete afspraken gemaakt over het beschikbaar krijgen van de voor dit doel benodigde
informatie uiterlijk per 18 december 2000. Tevens zegt de bestuurscommissie nadrukkelijk toe er alles
aan te doen om verdere overschrijdingen te voorkomen en om het proces zeer nauwgezet te zullen
volgen.
Op 08 december 2000 meldt de bestuurscommissie een overschrijding van circa 850.000,- waarop
de portefeuillehouder de bestuurscommissie dringend adviseert de aannemer en architect
aansprakelijk te stellen. Nadat op 10 april 2001 was gebleken dat de bestuurscommissie dat niet in
gang had gezet heeft het college opdracht gegeven om deze procedure ambtelijk aan te vangen.
Op 12 december 2000 neemt het college formeel kennis van de financiële problemen en reageert
daar op (CO 14882). Er worden werkafspraken vastgesteld voor het analyseren van aard, omvang en
ontstaan van die problemen. Schreven's Bouwkosten Advies-buro BV krijgt de opdracht tot het
uitvoeren van een onderzoek naar het verloop en de kwaliteit van het bouwproces van de
renovatie/uitbreiding en naar de omvang van het financiële knelpunt. Ook de controle van de
besteding van het beschikbaar gestelde investeringsbudget behoort tot die opdracht.
De raadscommissie MO is op 12 december 2000 in een besloten vergadering geïnformeerd over de
op dat moment bekende financiële problemen en de door ons college gemaakte afspraken.
Op 18 december 2000 was niet alle door de bestuurscommissie toegezegde informatie beschikbaar.
Daarop maant het college de bestuurscommissie schriftelijk per brief van 28 december 2000 de
benodigde informatie beschikbaar te stellen. In de brief wordt eveneens nadrukkelijk opgenomen dat
wij er van uit gaan dat de bestuurscommissie geen handelingen zal verrichten dan wel nalaten die
kostenverhogingen in de hand werken.
In de extra vergadering (vertrouwelijk) van de raadscommissie van 6 februari 2001 wordt de
commissie mondeling geinformeerd door Schreven's Bouwkosten Advies-buro B.V. over de eerste
uitkomsten van het onderzoek. Tevens stelt de voorzitter van de bestuurscommisie de
raadscommissie op de hoogte van de overschrijding van het bouwbudget.
Het college neemt op 20 februari 2001 kennis van het (eerste) rapport van bureau Schreven
d.d. 16-02-2001 (CO 14869). Er wordt besloten voort te gaan met de afbouw van de
Montessorischool, een eventueel liquiditeitstekort van de bestuurscommissie voor te financieren, op
korte termijn zekerheid te krijgen over het definitieve tekort en te interveniëren in het bouwproject
onder gelijktijdige handhaving van de verantwoordelijkheid van de bestuurscommissie. Daarnaast
besluit het college het rapport van bureau Schreven verder te laten uitwerken, zoals in het rapport
-2-