Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 15351] Dienst/afdeling: AB Voorstel wordt voorgesteld en voor de financiële consequenties en de dekking daarvan voorstellen te formuleren. Bij het besluit tot voortgang van de afbouw van de Montessorischool besluit het college tevens een directe betrokkenheid en interventiemogelijkheid bij het bouwproject te realiseren door: 1ambtelijke aanwezigheid bij de bouwvergaderingen; 2. het vaststellen van de definitieve overschrijding en bezuinigingsopdrachten; en 3. voorafgaande goedkeuring door de gemeente van meerwerk. Tot slot wordt besloten tot een extra bouwkundig onderzoek. De verantwoordelijkheid van de bestuurscommissie blijft vooralsnog onverkort gehandhaafd. Het college laat zich vertegenwoordigen door het Accommodatiebedrijf van de dienst SAW en het bureau Schreven verleent hierbij ondersteuning. De tweede rapportage van bureau Schreven "Aanvullende rapportage betreffende de renovatie en uitbreiding van de Montessori basisschool te Breda" verschijnt op 4 april 2001. Direct aansluitend volgt frequent overleg tussen gemeentebestuur en bestuurscommissie. Op 23 april 2001 vindt er in vertegenwoordigende zin overleg plaats tussen de portefeuillehouder en de bestuurscommisie. Hierin wordt aangegeven dat recente signalen over de voortgang van het bouwproces het college ernstig verontrusten, met name waar het de rol van de architect betreft. Hij stelt de bestuurscommissie voor om de verantwoordelijkheid voor het project in handen te leggen van het college om het risico van verdere overschrijding te voorkomen. De leden van de bestuurscommissie dienen vervolgens op 24 april 2001 per direct hun ontslag in. Naar aanleiding hiervan heeft het college op grond van artikel 18 van het 'Reglement bestuurscommissie openbaar primair onderwijs' besloten op 24 april 2001 de bestuurscommissie (zonder leden) formeel in gebreke te stellen. Het college besluit vier gemeenteambtenaren als ("interim-management") te mandateren om gezamenlijk die besluiten te nemen en feitelijke en/of rechtshandelingen te verrichten die op grond van het Reglement aan de bestuurscommissie openbaar primair onderwijs waren toegekend. Daarnaast heeft het college direct die juridische stappen gezet, waardoor rechtsverwerking (verlies van rechten) wordt voorkomen, zie CO 15430. De vakdirectie Accomodatiebedrijf van de dienst SAW vervult op het onderdeel Montessori de ondersteunende rol ten opzichte van de bestuurscommissie (in casu het 'interim management')die conform het Reglement is opgedragen aan de algemeen directeur van de dienst SAW. De architect blijft vooralsnog bevoegd als bouwdirectie, met uitzondering van de financiële afhandeling van meer- en minderwerk. In haar brief van 24 april 2001 stelt de bestuurscommissie onder andere dat zij niet betrokken is geweest in enig overleg (naar aanleiding van het tweede rapport) over oorzaken en consequenties. Tevens stelt zij dat er geen hoor en wederhoor is toegepast en dat er eenzijdige conclusies worden getrokken. Na het verschijnen van het tweede rapport Schreven d.d. 04 april 2001 is de bestuurscommissie evenwel schriftelijk op 05 april 2001 verzocht te reageren op de inhoud. Per uitvoerige fax van 09 april 2001 reageert de bestuurscommissie. Op dinsdag 10 april, vrijdag 13 april en dinsdag 17 april volgt bovendien mondeling overleg en een toelichting door dhr. Schreven, als reactie op het verzoek van de bestuurscommissie om meer tijd te krijgen voor een aanvullende reactie. Gezien de reacties zien wij geen aanleiding de inhoud van het (tweede) rapport Schreven ter discussie te stellen. De geraadpleegde dossierstukken worden ter visie gelegd. Het volledige dossier ligt ter inzage bij de algemeen directeur SAW. 1Kennis nemen van het rapport "Aanvullende rapportage betreffende de renovatie en uitbreiding van de Montessori basisschool te Breda" d.d. 04-04-2001, van Schreven's Bouwkosten Advies-buro B.V. 2. De overschrijding van het bouwbudget voor de Montessorischool vast te stellen op 3.774.683,-. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2001 | | pagina 407