Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15077]
Dienst/afdeling: VSZ
te reserveren, omdat de meeste werkgevers bij in dienstneming van een arbeidsgehandicapte
voldoende hebben aan het plaatsingsbudget van 24.000. Dit plaatsingsbudget wordt volledig door
het rijk vergoed. In de nota Arbeidsmarktbeleid Agenda 2001welke onlangs door het College is
vastgesteld, is dan ook besloten slechts een bedrag van 100.000 voor werkgeverssubsidies te
reserveren en door te betalen aan de BSW.
Het Besluit uitvoering en financiering Wiw en de Regeling uitvoering en financiering Wiw zullen worden
gewijzigd. Dit heeft de volgende gevolgen:
a. de ontschotting in het scholings- en activeringsbudget. De gemeente moet blijven verantwoorden voor
hoeveel personen uit de doelgroepen sluitende aanpak en Wet Rea uitgaven uit het budget zijn gedaan en
wat daarvan het financiële beslag is geweest. Er vindt hierbij overigens geen afrekening plaats op de
verantwoorde aantallen; wel wordt bezien, of de gemeente voldoende aandacht heeft besteed aan de
doelgroepen. Gevolg hiervan kan zijn (indien bepaalde doelgroepen te weinig aandacht hebben gekregen),
dat de geboden beleidsruimte aan de gemeente kan worden beperkt.
b. een overschot op het vast budget voor aanvullende kosten dienstbetrekkingen (als er minder
dienstbetrekkingen worden gerealiseerd) mag worden toegevoegd aan het scholings- en activeringsbudget
van het volgende jaar.
c. een overschot op het scholings- en activeringsbudget mag tot een maximum van 50% van het budget
worden toegevoegd aan het budget voor het volgend jaar. Het toegevoegde deel dient dan wel in dat
volgende jaar te worden besteed. Dit noodzaakt een overzichtelijke en zeer accurate administratie. Tevens
wordt het mogelijk gemaakt om reeds in het jaar t-1 (het jaar voorafgaande aan het toekennen van het
budget) uitgaven te doen ten laste van het in het jaar t toegekende budget (ook maximaal 50%). Hierdoor
kunnen gemeenten meerjarige verplichtingen aangaan.
Tussen het management van de BSW en de dienst SAW vindt overleg plaats over de aanlevering van
kandidaten vanuit de directie Sociale Zaken voor de verschillende producten, die door de BSW worden
aangeboden, waaronder de aanlevering van cliënten voor WlW-dienstbetrekkingen en WIW-
werkervaringsplaatsen. De invoering van het FWI, waarbij een gewijzigde toedeling van budgetten plaatsvindt
en de overschotbepalingen ingrijpend zullen veranderen zoals bovenstaand is aangegeven, is voldoende
aanleiding om de (financiële) afspraken tussen de dienst SAW en de BSW opnieuw te structureren. In de loop
van 2001 zal worden gewerkt aan de totstandkoming van een contractrelatie tussen de dienst SAW en de
BSW, waarbij gestreefd wordt naar een ingangsdatum van 1-1-2002. Hierbij moet worden gedacht aan een
inkooprelatie: de dienst SAW die producten van de BSW, gericht op reïntegratie van werkzoekenden in het
arbeidsproces, gaat inkopen met de middelen uit het gemeentelijk Werkfonds. Nadere voorstellen hiertoe
zullen in de loop van 2001 aan college en raad worden voorgelegd.
Gelet op de regelgeving in het kader van het FWI dienen de budgetten in het kader van het Werkdeel van het
FWI te worden toegevoegd aan de begroting van de dienst SAW van de gemeente Breda. Een
begrotingswijziging hiertoe is bijgevoegd. Gedurende het jaar 2001 zal de gebruikelijke doorstorting van gelden
aan de BSW biijven plaatsvinden op declaratie-basis: de BSW dient de verantwoordingsgegevens aan het
Ministerie van SZW te blijven verstrekken, op basis waarvan betaling door de dienst SAW plaats vindt aan de
BSW. Te zijner tijd, gestreefd wordt naar 1-1-2002, zal doorbetaling plaatsvinden aan de hand van de
contractbepalingen.
Door een "verharding" van het bestand en het aantrekken van de werkgelegenheid gaat steeds meer tijd en
energie zitten in het screenen, motiveren en doorgeleiden van cliënten. Al eerder is besloten om extra
personeel in te zetten op dit aanleveringstraject. Een dekking voor deze capaciteit is tot op heden niet
gevonden, echter kan worden gevonden in de WlW-middelen. Deze middelen zijn tot op heden onverkort
beschikbaar gesteld aan de BSW. Naast de loonkosten voor de WlW-deelnemers (voor de basisbedragen voor
dienstbetrekkingen en werkervaringsplaatsen en vaste bedragen voor de aanvullende kosten van de
dienstbetrekkingen) voldoet de BSW daaruit ook haar apparaatskosten. Desondanks resteert per saldo jaarlijks
een aanzienlijk bedrag, dat tot op heden steeds aan de BSW-reserves is toegevoegd.
Voorgesteld wordt om met terugwerkende kracht vanaf het jaar 2000 per WIW-Fte een bedrag van 750 uit
de WlW-middelen te bestemmen voor de capaciteit, die bij de directie SZ benodigd is voor genoemd
toeleidingstraject. Argumenten hiervoor kunnen worden gevonden in het feit, dat jaarlijks sprake is van WIW-
overschotten, dat de BSW tot op heden als enige haar uitvoeringskosten uit de WIW betrok en het wederzijds
belang van de BSW en de dienst SAW van een adequate aanlevering van kandidaten. Voor het jaar 2000 gaat
-3-