SUBSIDIEREGELING UITBREIDING KINDEROPVANG EN
BUITENSCHOOLSE OPVANG BREDA
Definities Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. buitenschoolse opvang: kinderopvang van kinderen in de
leeftijd dat zij naar de basisschool gaan met dien verstande dat
naast verzorging en opvoeding ook toezicht en
vrijetijdsactiviteiten worden aangeboden, waarbij in ieder geval
opvang wordt geboden voor en na schooltijd, gedurende vrije
dagen (met uitzondering van weekenden en erkende
feestdagen) en gedurende de schoolvakanties;
b. burgemeester en wethouders: burgemeester en wethouders
van Breda;
c. dagopvang: kinderopvang van kinderen in de leeftijd van 0 tot
en met 4 jaar tussen 6.00 en 22.00 uur;
d. gastouderopvang: kinderopvang in een gezinssituatie die tot
stand komt door middel van een gastouderbureau en die
betrekking heeft op gelijktijdig ten hoogste vier kinderen;
e. gerealiseerde opvangplaats: toename op 31 december 2002
van het aantal in exploitatie zijnde opvangplaatsen ten opzichte
van dat aantal op 31 maart 2001 en ten opzichte van het aantal
waarvoor de laatst geldende vergunning was verstrekt.
f. kindercentrum: kinderopvang in een ruimtelijke voorziening
buiten een gezinssituatie, alsmede kinderopvang binnen een
gezinssituatie indien de opvang betrekking heeft op meer dan
vier kinderen gelijktijdig;
g. kinderopvang: het in georganiseerd verband tegen vergoeding
bieden van verzorging en opvoeding of onderdak en
begeleiding aan kinderen van 0 jaar tot en met einde
basisschoolleeftijd door anderen dan de eigen ouders, pleeg- of
stiefouders op uren dat ouders of verzorgers hiervoor niet
beschikbaar zijn;
h. opvangplaats: aanbod van kinderopvang gedurende tenminste
1.050 uren buitenschoolse opvang, dan wel 2.160 uren
dagopvang per jaar in een kindercentrum waarbij het
kindercentrum door de gemeente gesubsidieerd wordt of
waarbij de gemeente met het kindercentrum een overeenkomst
heeft gesloten tot het leveren van opvangplaatsen.
i. subsidie: een eenmalige bijdrage, toegekend door
burgemeester en wethouders.
j. bonus: een eenmalige bijdrage, toegekend door burgemeester
en wethouders.
Subsidie Artikel 2
1. Aan de houder van een kindercentrum, kunnen burgemeester
en wethouders een subsidie verstrekken ten behoeve van in de
periode van 1 april 2001 tot en met 31 december 2002
gerealiseerde opvangplaatsen waarvoor tevens in deze periode
een vergunning is verstrekt.
2. Subsidie in het kader van deze subsidieregeling wordt niet
verstrekt ten behoeve van gastouderopvang.
3. De te verlenen subsidie bestaat uit 1974,- 4352,-) per
toegekende en gerealiseerde opvangplaats.