opvangplaatsen dat voor dat district is vastgesteld in artikel 4,
lid 2 van deze regeling, nemen burgemeester en wethouders
een beslissing omtrent het al dan niet toewijzen van de
resterende opvangplaatsen aan een ander district.
Subsidieverlening Artikel 6
1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken na
ontvangst van de aanvraag om subsidie en/of bonus.
2. Betaling van eventuele voorschotten vindt plaats als de
opvangplaatsen waarvoor subsidie is aangevraagd en
toegekend, zijn gerealiseerd binnen de in de
subsidiebeschikking gestelde termijnen.
Weigeringsgronden Artikel 7
Burgemeester en wethouders weigeren de subsidieverlening zonder
meer als:
a. de subsidieaanvrager niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3
van deze subsidieregeling;
b. er reeds voor het maximum aantal opvangplaatsen subsidie is
verleend;
c. er een aanvraag wordt gedaan voor minder dan 16
opvangplaatsen per district.
Aanvullende subsidie Artikel 8
1Als aan een houder van een kindercentrum subsidie is verleend
als bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze subsidieregeling, kunnen
burgemeester en wethouders een aanvullende subsidie
verlenen voor iedere subsidiabele opvangplaats die is
gerealiseerd in de periode van 1 april 2001 tot en met 31
december 2001.
2. De in lid 1 bedoelde aanvullende subsidie bedraagt 1942,-
4280,-) per opvangplaats.
3. Burgemeester en wethouders kennen de aanvullende subsidie
definitief toe als het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport de betreffende middelen in het kader van de
bonusregeling definitief toekent aan de gemeente Breda.
Bonusregeling Artikel 9
1. Alle opvangplaatsen die uitstijgen boven de aantallen zoals
genoemd in artikel 4, lid 2 en 3 van deze regeling, komen in
aanmerking voor een nader te bepalen bonus wanneer deze
opvangplaatsen gerealiseerd kunnen worden in de periode van 1
april 2001 tot en met 31 december 2001 en wanneer in deze
periode een vergunning is verstrekt.
2. De hoogte van deze bonus wordt vastgesteld op basis van de
resterende gelden die het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport in het kader van de bonusregeling uitkeert aan
de gemeente Breda, en het totaal voor deze bonus in aanmerking
komende aantal opvangplaatsen.
3. De bonus zal gelijkelijk worden verdeeld naar rato van alle tussen
1 april 2001 en 31 december 2001 gerealiseerde subsidiabele
opvangplaatsen op grond van deze regeling.
Informatieplicht Artikel 10
1. De ontvanger van subsidie en/of bonus doet schriftelijk
mededeling aan burgemeester en wethouders van
omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een
3