Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15416]
Dienst/afdeling: CAF
Motivering/Toelichting
Beide Brabantse waterleidingbedrijven voeren synergievoordelen aan als voornaamste argument om
over te gaan tot een fusie. Door samenwerking wordt een efficiencyvoordeel veronderstelt van ca. 20%
op de bedrijfsvoering. Daarnaast worden strategische argumenten aangevoerd. Door de fusie ontstaat
een (veer)krachtig waterleidingbedrijf dat behoort tot de grootste van Nederland. Hierdoor wordt de
continuïteit gegarandeerd. Brabant Water blijft zodoende baas over zijn eigen toekomst. Ten slotte
speelt de formele planvorming en beleid nog een rol. Hiertoe wordt verwezen naar het Provinciaal Plan
tot Reorganisatie van de Drinkwatervoorziening (1992), het Beleidsplan Drink- en
industriewatervoorziening (1996) en de voorbereiding naar een nieuwe Waterleidingwet.
Wanneer Breda overgaat tot aankoop van het statutair maximale aantal aandelen, verkrijgt ze een
zeggenschap van 21.5%. Hiermee is Breda veruit de grootste aandeelhouder binnen de WNWB en
behoort ze met een belang van 8,8% tot de grotere aandeelhouders in Brabant Water NV.
Als rode draad door de financiële paragraaf (hoofdstuk 8 Financiën) loopt het drie sporenbeleid van:
1. Solvabiliteitsdoelstelling;
2. Tarievenbeleid;
3. Dividendbeleid.
Het drie sporenbeleid geeft tevens de gewenst prioriteitsstelling aan omdat ten eerste moet worden
gewerkt aan het binnen enkele jaren bereiken van de gewenste solvabiliteitsdoelstelling van 45% (plus
of min 5%), ten tweede het tarievenbeleid dat zorg dient te dragen voor de gewenste en "concurrerende"
waterleidingtarieven ten opzichte van de overige waterleidingbedrijven en ten slotte dat het (toekomstig)
dividendbeleid rekening dient te houden met de aandeelhoudersbelangen.
In de voorlichtingsbijeenkomsten op 4 en 5 april jl. is dit drie-traps beleid uitvoerig besproken en op
punten bijgesteld. Bij brief van 12 april jl. legt de directie van de WNWB haar nieuwe zienswijze aan ons
voor:
De deelnemende gemeenten in de WNWB worden voor de laatste keer in de gelegenheid gesteld
hun aandelenkapitaal uit te breiden tot het statutair maximum (dat gerelateerd is aan het aantal
inwoners in het verzorgingsgebied) tegen nominale waarde.
Het aantal aandelen in de WNWB is straks, bij een fusie tussen de beide waterleidingsbedrijven,
uitgangspunt voor de verdeling van het aantal aandelen in de gefuseerde onderneming Brabant
Water N.V.
De WNWB onttrekt eenmalig ten laste van haar algemene reserve een bedrag overeenkomstig de
nominale waarde van de nog uit te geven aandelen. Dit bedrag zal om niet in de vorm van
aandelen A ter beschikking gesteld worden aan de hiervoor in aanmerking komende gemeenten,
tot het voor deze gemeenten geldende statutaire maximum aantal. Breda komt hiermee om niet in
het bezit van 3.240 volgestortte aandelen A a 500,- nominaal.
Het bedrag dat reeds volgestort is op aandelen B zal worden gerestitueerd. Dit komt overeen met
een eenmalige uitkering van 28.750,-.
In het geval dat een gemeente de historische aankoop van aandelen via een lening van de
WNWB gefinancierd heeft, zal WNWB deze vordering eerst in mindering brengen. Breda heeft
200.000 bij de waterleidingmaatschappij open staan in de vorm van een niet afgeloste lening.
Concluderend achten wij uitbreiding én volstorting van het aantal aandelen in WNWB om meerdere
reden van belang omdat:
ervan uitgegaan moet worden dat alle Brabantse gemeente, waarin de WNWB en de WOB
concessies hebben, zullen (gaan) deelnemen in de gefuseerde Brabant Water N.V.;
de zeggenschap in de gefuseerde onderneming zal worden verdeeld over de deelnemende
gemeente naar rato van het aantal aandelen in de WNWB (41%) en de WOB (59%);
het voor onze gemeente van belang is dat de zeggenschapsverhouding in de gefuseerde
onderneming in de pas loopt met het inwonerequivalent (geen "lagere" uitzonderingspositie innemen
dan de overige aandeelhouders);
-2-