Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 15250]
Dienst/afdeling: CM
Betreft:
Voorstel
Agendapuntnummer 17
Aantal bijlagen:-
Audit 2000 van de rekeningscommissie gemeente Breda
Inleiding
In 2000 heeft de rekeningcommissie van de gemeente Breda opdracht gegeven om in het jaar 2000
een audit te laten uitvoeren over de door de gemeente uitbestede taken.
Het onderzoek is uitgevoerd door het extern adviesbureau Cap Gemini Ernst Young (CGEY) en
richtte zich op:
a. de inventarisatie van
taken - wel of niet uitbesteed
de vorm en wijze van uitbesteding
de gehanteerde (doorslaggevende) argumenten bij de uitbestedingsdiscussie
de besluitvorming tot uitbesteding
de verschillen tussen de diensten t.a.v. de uitbesteding
b. aanbevelingen
In het onderzoek is een globale benchmark opgenomen waarin de huidige uitvoering van taken
vergeleken is met andere vergelijkbare gemeenten. Daarnaast is de huidige uitbestedingsituatie aan
enkele relevante externe ontwikkelingen getoetst (o.a. wetsvoorstel Markt en overheid, BTW-
compensatiefonds).
De rekeningcommissie heeft de aanbevelingen overgenomen en adviseert de raad om via het college
met voorrang aanbeveling 1 en 2 zie bijgaand advies van de rekeningcommissie) voor het eind van
de collegeperiode, doch uiterlijk 31 december 2001 uit te voeren.
De aanbevelingen hebben betrekking op
1. koppeling van uitbestedingsbeleid aan een organisatiebrede visie
2. ontwikkeling van een afwegingskader voor uitbesteding
3. stroomlijning van de uitbestedingspraktijk door gebruik van mantelcontracten
4. rekening houden met externe ontwikkelingen die een ruimer uitbestedingsbeleid stimuleren
5. bij uitbesteding rekening houden met het efficiencyvraagstuk
6. de verschillen onderzoeken uit de benchmark
7. differentiëren naar dienstspecifieke aspecten, binnen het te ontwikkelen uitbestedingsbeleid
Nadat de aanbevelingen zijn besproken en het plan van aanpak is vastgesteld door de raad, wordt het
college verzocht aanbeveling 4 t/m 7 volgtijdelijk te laten plaatsvinden.
Aanbeveling 3 (stroomlijning van de uitbestedingspraktijk door gebruik van mantelcontracten)wordt
voor kennisgeving aangenomen.
In deze notitie wordt met name ingegaan op een plan van aanpak voor uitvoering van de
aanbevelingen 1 en 2. In aanvulling op de adviezen van de rekeningcommissie bevelen wij -
ondersteund door het AMT - aan om nu reeds activiteiten te ontplooien conform de aanbevelingen 3
en 4 t/m 7 van de audit.
Aanbeveling 3 achten we van belang in het kader van efficiency- en effectiviteitswinst dat reeds op de
korte termijn geboekt kan worden. Aanbeveling 4 t/m 7 zijn meer randvoorwaarden die met
verzelfstandigingsdiscussies moeten worden meegewogen, derhalve een plek binnen het vast te
stellen afwegingskader moeten krijgen.
1Aanbeveling 1 van de rekeningcommissie over te nemen en te beschouwen als de
vraag naar welke organisatie-onderdelen cq taken mogelijk in aanmerking komen voor
verzelfstandiging, met welk doel en met welke vorm van besturing en beheersing
2. Aanbeveling 2 van de rekeningcommissie over te nemen en het hier voorgestelde
afwegingskader over te nemen en dit als plan van aanpak toe te passen op
genoemde pilots t.w.:
Dienst Cultuur - in 2002 discussie voeren onder voorwaarde dat de
bedrijfsvoering op orde is, en in 2001 het afwegingskader reeds toe te passen op
de Artotheek;
-1-